kerkdorp in de Noordbrabantse gemeente Eersel, 1358 inwoners (1986); behoorde vanouds onder de Dingbank Eersel, evenals Duizel, tot in 1810 de oude band verbroken werd. De scheiding duurde tot 1 jan. 1923 toen Eersel, Duizel en Steensel tot één gemeente werden verenigd.
Steensel is een van de Acht Zaligheden. In het dorp staat nog een middeleeuwse kerktoren. Steensel werd in 1688 door Franse benden vrijwel geheel platgebrand. De kerk, die in 1648 aan de katholieken ontnomen werd, kwam in 1798 weer als bedehuis van de parochie in gebruik. In 1672 hadden de Steenselse katholieken een schuurkerk gebouwd. De oude kerk werd in 1821 door een nieuwe vervangen en deze op zijn beurt weer in 1933.Bron: Vrijheid aan de Run.