vormde samen met Borkel tot 1934 de voormalige gemeente en vormt nog het kerkdorp Borkel en Schaft in de Noordbrabantse gemeente Valkenswaard. De naam, die nogal wat varianten kent (Scaeft, Scaelst, Schaelt en de Scaeft) is ontleend aan de watrischafo (watermolen), die er reeds eind 17de eeuw moet hebben gestaan.
Waarschijnlijk dateert die molen uit de Frankische tijd. Het grondgebied behoorde tot het eigendom van de abdij van Echternach, die nog in de 17e eeuw grote tienden had in het gehucht Schaft. De kapel van het dorp was een sucursaal van de kerk van Waalre. Zij bestond zeker al in 1520. Schaft, dat enige tijd burgerlijk tot Valkenswaard werd gerekend en toen heerlijkheidsdorp was, is lang hertogsdorp geweest. Slechts gedurende de periode 1626-58 maakte het met Bergeijk, Westerhoven en Riethoven deel uit van een heerlijkheid die door Philips aan Rogier van Broekhoven verpand was.
Met Borkel werd Schaft in 1810 een eigen gemeente. Aan de weg van Borkel naar Schaft werd in 1844 nabij de school een nieuwe kerk gebouwd. In 1816 was de kapel van Schaft gesloopt, er werd gebruik gemaakt van een schuurkerk die er al in 1798 stond.Bron: Dom. de Jong, Het kerkdorp Borkel en Schaft.
