Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

SAMBEEK

betekenis & definitie

vroegere gemeente in het Land van Cuijk, thans onderdeel van de gemeente Boxmeer, sinds 1 mei 1942, 1711 inwoners (1986). Het grondgebied van de vroegere gemeente Sambeek werd opgedeeld tussen de gemeenten Vierlingsbeek, Oploo c.a. en Boxmeer.

De oudst bekende oorkonden, waarin Sambeek wordt vermeld, dateren van 1294. De buurtschap Mullem wordt al in 1152 genoemd. Er zijn in Sambeek diverse prehistorische vondsten gedaan, o.m. uit de nieuwe steentijd en de ijzertijd. Er is ook Romeins aardewerk gevonden. In oude documenten van 1294 en 1308 is sprake van het dorp Zannebeke en Zanbeke, waar toen ook al een parochie gevestigd was, toegewijd aan Johannes de Doper. In 1486 werd begonnen met de bouw van een nieuwe kerk, waarvan alleen de toren nog over is.

Na 1648 werd het de katholieken verboden de kerk te gebruiken. Na vele moeilijkheden bouwden zij niet ver van de kerk een schuurkerk.Sambeek kende vroeger ook een kasteel, Hatendonk, waarvan de eerste oorkonde uit 1387 stamt. Het stond op de plaats, die nu Waranda heet. Sambeek is lange tijd een twee-heren-gebied geweest, van Cuijk en van Boxmeer. Na de Franse tijd kregen de katholieken de kerk terug, die onder leiding van architect Cuypers werd gerestaureerd. In 1843 werd in Sambeek een hervormde kerk gebouwd, die in 1958 werd afgebroken. In Sambeek staat het uit 1895 stammende Redemptoristinnenklooster, aanvankelijk van de Dominicanessen.

De katholieke kerk werd bij de bevrijding in 1944 ernstig beschadigd. De oude kerk werd, op de toren na, gesloopt. In 1953 kon een nieuw bedehuis in gebruik worden genomen. De stoere toren is later gerestaureerd.

Bron: R. v. d. Brand, Sambeek, Zannebeke, 1986.