Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

‘S-HERTOGENBOSCH, STADSGEWEST

betekenis & definitie

samenwerkingsverband op basis van vrijwilligheid, sedert 1965, van veertien Noordbrabantse (t.w. Berlicum, Boxtel, Den Dungen, Esch, Heeswijk-Dinther, Helvoirt, ’s-Hertogenbosch, Liempde, Nuland, Rosmalen, Schijndel, Sint-Michielsgestel, Vlijmen en Vught) en drie Gelderse gemeenten (t.w.

Ammerzoden, Hedel en Maasdriel). Aantal inwoners: ca. 250.000. Doel is een goede coördinatie van de verschillende gemeentelijke activiteiten te bewerkstelligen; gemeenten kunnen en willen zaken van huisvesting, recreatie, cultuur, economische ontwikkeling, milieu, verkeer en vervoer maar ook op het terrein van het onderwijs en de gezondheidsdiensten, niet meer alleen afhandelen. Onderlinge samenwerking bevordert de doelmatigheid.Aan het hoofd van het Stadsgewest staat de gewestelijke raad, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de aangesloten gemeenten. Iedere gemeenteraad kiest uit zijn midden voor een periode van vier jaar een aantal afgevaardigden. De grootste gemeente, ’s-Hertogenbosch, kiest 6 leden voor de gewestelijke raad, de kleinste gemeenten 1 lid. Ook de burgemeesters hebben zitting in deze raad, die uit 48 leden bestaat. Op hun beurt kiezen de leden 6 „gecommitteerden”, die met de voorzitter het dagelijks bestuur vormen.

Voorzitter van zowel de gewestelijke raad als van het dagelijks bestuur is de burgemeester van ’s-Hertogenbosch.

Het bestuur wordt bijgestaan door een secretariaat van 30 medewerkers. De begroting van het Stadsgewest beliep in 1980 3 miljoen gulden. Daarvan betalen de gemeenten 60%, het Rijk 40%.

Het Stadsgewest kent een tweetal diensten, de Gewestelijke Gezondheidsdienst (GGD) en het Gewestelijk Onderwijs Adviescentrum (GOAC).