Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

’s-GRAVENMOER

betekenis & definitie

gemeente bestaande uit ’s-Gravenmoer en ’sGravenmoerse Vaart; 2078 inwoners (1985); oppervlakte 521 ha.

Gemeentewapen: In blauw 5 liggende turven van goud, geplaatst 2 en 3; het schild gedekt met een gouden kroon van 5 bladeren en gehouden door twee gouden leeuwen (1817).

Ligging: tussen Oosterhout, Raamsdonk, Waspik en Dongen; veengronden in het noordelijk deel, zandgronden in het zuiden; bevolking grotendeels protestant, Nederlands Hervormd en Christelijk Gereformeerd.

Geschiedenis: ’s-Gravenmoer is een oude heerlijkheid, die achtereenvolgens aan de geslachten van Merwede, Van Duivenvoorde, Wassenaar, Spangen, Bruheze, Assendelft, Van der Duyn en De Court toebehoorde.

In de 13e eeuw werd de Grote of ZuidHollandse Waard bedijkt tussen Wieldrecht in het westen, tot aan Vlijmen en Hedikhuizen in het oosten en tot Raamsdonk en Waspik in het zuiden. Ten zuiden van de waard begon een groot moerasgebied, tot aan de Brabantse zandgronden bij Oosterhout, Dongen en Loon op Zand; de grond was eigendom van de graaf van Holland en van de hertog van Brabant. De St. Elisabethsvloed in 1421 veroorzaakte dijkdoorbraken in de grote waard, waardoor vele dorpen onder water liepen en wegspoelden. Het dorp ’s-Gravenmoer werd door Dirk van Merwede in leen verkregen van de graaf van Holland.

’s-Gravenmoer was een ambachtsheerlijkheid met hoge jurisdictie. Gedurende de Tachtigjarige Oorlog heeft de plaats veel te lijden gehad van soldatenoverlast door de ligging tussen de steden Breda en Geertruidenberg. Het dorp werd herhaaldelijk onder water gezet. Er kwamen nieuwe dijkdoorbraken in 1609, 1612, 1614.

Een van de belangrijkste bronnen van bestaan is lang de handel in turf geweest waarvan al voor 1308 sprake was. Op gezamenlijke kosten van Brabant en Holland werd tussen ’s-Gravenmoer en ’s-Hertogenbosch de Turfvaart aangelegd, en een vaart vanuit de moeren onder Klein Donge naar de Donge.

In de 15e eeuw verzandde de vaart; er werd toen een nieuwe aangelegd. De haven is nog een overblijfsel van de oude vaart. In het begin van de 17e eeuw waren de gronden nagenoeg uitgeput; er werd toen een begin gemaakt met de handel in hooi, waarvoor de turfaken, de geubels, werden ingezet.

Bij de inval van de Fransen in 1672 raakte de kerk in brand, evenals vele huizen aan de Straat. De kerk met 14e-eeuwse toren werd in 1679 gedicht en herrees in 1682.

Het dorp werd in de 18e eeuw weer onder water gezet: in 1701, 1706, 1746 en 1793. 's-Gravenmoer heeft ook te lijden gehad van roversbenden.

In de Franse tijd werd ’s-Gravenmoer met de Langstraat ingedeeld bij het Brabantse departement, in 1814 volgde de definitieve aansluiting bij de provincie Noord-Brabant. ’s-Gravenmoer bezat een scheepswerf, waar ’s-Gravenmoerse aken werden gemaakt. De scheepvaart is inmiddels geheel verdwenen. Het is een overwegend agrarisch dorp geworden met land- en tuinbouw.

De gemeente maakt deel uit van het Stadsgewest Waalwijk, waarmee in 1966 werd begonnen en waarin nu zes gemeenten samenwerken.

Overheidsinstellingen: gemeentehuis, Hoofdstraat 8; postkantoor Hoofdstraat 2a. Onderwijs: 2 basisscholen. Enige sportaccommodatie.

‘s-GRAVENMOERSE VAART naam van een vaart in de gemeente 's-Gravenmoer en van een buurt in die gemeente. In die buurt woonde in 1840 meer dan de helft van de inwoners van 's-Gravenmoer, t.w. 455, aan het einde van de 19e eeuw circa 575.