Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

PRINSENBEEK

betekenis & definitie

gemeente in het westen van Noord-Brabant. gelegen ten noordwesten van Breda, ingesteld in 1942. toen Breda de gemeente Princenhage annexeerde en het kerkdorp Beek een zelfstandige gemeente werd. waarvan de naam in 1951 werd veranderd in Prinsenbeek.

Prinsenbeek telt 10.045 inwoners (1985) en is 1670 ha groot. Ze wordt begrensd door de gemeenten Terheijden. Made en Drimmelen. Breda en Etten-Leur.

Wapen: Doorsnede I in sinopel een golvende dwarsbalk van zilver; II in zilver drie lindebomen van sinopel, staande op een terras van hetzelfde; het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen (1951). Het onderste deel bevat het wapen van de vroegere gemeente Princenhage. waartoe Prinsenbeek behoorde. Geschiedenis: De gemeente Prinsenbeek ontstond eerst in 1942. gedurende de Tweede Wereldoorlog, toen een groot deel van de gemeente Princenhage. waartoe Beek behoorde, bij Breda werd gevoegd. Het dorp Beek bestond al verschillende eeuwen, en er zijn zelfs sporen van bewoning uit de tweede eeuw gevonden, zoals op Steenakker. Op Burgst werden scherven uit de periode van 300-200 voor Christus opgegraven. Volgens een legende zou St.

Gertrudis in de 7de eeuw in Beek hebben vertoefd. Het staat wel vast. dat deze abdis van Nijvel vanouds in dit dorp werd vereerd en dat er in de Middeleeuwen een Gertrudiskapel bestond, evenals een Gertrudisheg. waar thans Gertrudisoord ligt.

Voor het eerst komt de naara Beek voor in archiefstukken van ca 1430; het dorp werd genoemd naar dc waterlopen, die vanuit het Liesbos naar de Mark stroomden. Beek bleef eeuwenlang een gehucht, waar enkele boeren en ambachtslieden woonden. Kerkelijk en burgerlijk behoorde dit dorp met de omliggende gehuchten tot de uitgestrekte plaats Princenhage. die tot in de achttiende eeuw Hage werd genoemd en deel uitmaakte van het Land. de latere Baronie van Breda. Beek had wel de beschikking over een kapel, die na 1648 ook buiten gebruik gesteld moest worden, evenals de kerk in Princenhage. De kapel werd later als school gebruikt. De katholieke Bekenaren moesten gebruik maken van een schuilkerk. die in de Heilaarstraat in Princenhage stond.

Na de omwenteling van 1795 wisten die tan Beek het zover te krijgen, dat het dorp een zelfstandige parochie werd. Deze werd in 1796 gesticht, toen er in deze plaats ook een kerk kon worden gebouwd.

De eerste pastoor werd Adrianus Oomen. Beek werd hierdoor het centrum van een nieuwe parochie in Noord-Princenhage. Het gehucht werd dorp, waar zich na 1840 ook veel boeren-renteniers gingen vestigen. Binnen zestig jaar was het aantal inwoners verdubbeld: de kerk was te klein geworden en werd in 1 860 vervangen door een nieuwe naar ontwerp van architect P. Soffers, in neogotische stijl. Er kwam een pastorie bij en in 1865 ook een meisjesschool, waarvan de kosten gedragen werden door de pastoor, F.

Macs. Eerst in 1862 werd begonnen met het bestraten van wegen in dit dorp. Beek kreeg in 1855 ook een halte aan de spoorlijn Roosendaal-Breda, en later eveneens een aan de lijn Breda-Lage Zwaluwe. In de twintigste eeuw kwam Beek vooral tot bloei dank zij de tuinbouw, die groeide mede door de vestigingen van conservenfabrieken in Breda en omgeving. Op 1 januari 1942 werd de gemeente Princenhage opgeheven. Het zuidelijk deel van het grondgebied met het dorp Princenhage zelf werd bij Breda gevoegd. Het deel ten noorden van de spoorlijn Roosendaal-Breda werd de nieuwe gemeente Beek

N.B. Met ingang van 1951 werd de naam gewijzigd in Prinsenbeek, mede als herinnering aan de vroegere bundeling met Princenhage. De nieuwe gemeente begon met 3688 inwoners en 685 woningen en een gebied van 3.313 ha. In 1962 kon de 5000ste inwoner worden ingeschreven, in 1975 de 10.000ste. In 1963 kreeg het dorp een nieuwe kerk naar ontwerp van architect Geenen. In 1974 kwam er ook een protestantse kerk. Het gemeentebestuur maakte gebruik van het oude raadhuis van Princenhage, totdat in 1969 de tot gemeentehuis verbouwde pastorie in Prinsenbeek in gebruik kon worden genomen. Prinsenbeek werd in 1976 kleiner, toen een gebied, de Haagse Beemden, aan Breda moest worden afgestaan.

Overheidsinstellingen e.d.: gemeentehuis. Markt 59: politiebureau. Schutsestraat 2; postkantoor, Markt 18; waterschap, De Haagse Beemden, Overveldsestraat 27, Hoogheemraadschap West Brabant, Bouvignelaan 5, Breda.

Nutsbedrijven: elektriciteit: Pnem, rayonkantoor Made: water: Waterleidingmaatschappij NoordWest-Brabant, Breda; gas: Intergas, rayonkantoor Sprundel:

Onderwijs: basisscholen, school voor l.h.n.o., sociale school FNV; school voor Japanse bloemsierkunst.

Recreatie en ontspanning: sporthal De Linde, tennisvelden Prinsenbeek; sportpark De Heikant met o.a. voetbalvelden.

Bron: Prinsenbeek, gemeentegids.