Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

NIEUW-VOSSEMEER

betekenis & definitie

gemeente in het uiterste westen van NoordBrabant. die tot 1809 bij Zeeland behoorde, gelegen aan de Eendracht. Ze omvat het dorp NieuwVossemeer, een deel van het lintdorp Heensche Molen, enkele buurtschappen en gehuchten, t.w.

Hogendijk, Pelsendijk en Rolaf, en een aantal polders, w.o. Becius-, Eendracht-, Heeren-, Mattenburg-, Oude en Schuddebeurspolder, Nieuw-Vossemeer, wier naam is afgeleid van de waterloop de Vosvliet en het water Mare tussen Tholen en het land van Steenbergen, telt 2.242 inwoners (1985) en is 1676 ha groot. Ze maakt deel uit van het streekgewest Westelijk Noord-Brabant en grenst aan de Noordbrabantse gemeenten Steenbergen en Halsteren en de Zeeuwse gemeente Tholen.Wapen: Het wapen van Nieuw-Vossemeer is overgenomen van de oude ambachtsheerlijkheid. Het werd in 1817 door de koning bevestigd en bestaat uit een gouden schild met een halve klimmende vos in groen boven golven van blauw, groen en zilver. De golven van het benedenste deel zijn overgenomen uit het Zeeuwse wapen en dit deel bevat derhalve een herinnering aan de juiste afkomst van de gemeente als deel van een Zeeuws leen.

De gemeentevlag is in 1964 door de raad vastgesteld. Zij bestaat uit twee horizontale banen van gelijke hoogten, boven geel, beneden blauw, met in het midden van de gele baan een klimmende vos in groen.

Geschiedenis: De buitendijkse landen tussen de steden Tholen en Steenbergen werden al in de vroege middeleeuwen door Zeeuwen en Brabanders onderling betwist. In zekere zin kwam er een eind aan het gekrakeel toen de graaf van Holland en Zeeland, Willem van Beyeren, in 1410 de betwiste gorzen als ambachtsheerlijkheid Vossemeer (later Oud- en Nieuw-Vossemeer en Vrij Berghe) uitgaf aan een aantal Zeeuwse notabelen.

De naam Vossemeer was een samentrekking van Vosvliet en Mare, twee oude wateren op de grens van Zeeland en Brabant. De heren begonnen meteen met het bedijken van die landen, die onmiddellijk aansloten op de reeds bestaande Tholense polders. Toen de heerlijkheid in 1415 in oostelijke richting aanzienlijk werd uitgebreid, strekte zij zich uit tot aan het land van Steenbergen en het land van Bergen op Zoom. Ook in oostelijke richting werden de bedijkingen regelmatig voortgezet, zelfs aan de overzijde van de Eendracht, waar in 1489 werd begonnen met het poldertje Nieuw Kijkuijt, gevolgd door de Schuddebeurspolder (1497) en de Mattenburgpolder (1527).

De graaf van Nassau zag dat oprukken vanuit het westen met lede ogen aan. Hij beschouwde die oorspronkelijk buitendijkse landen als zijn territoir en was niet van plan zich deze zonder meer afhandig te laten maken. Een taai juridisch gevecht was het resultaat, eindigend in een soort compromis: het betwiste gebied werd in twee ongeveer even grote stukken verdeeld. De huidige kaarsrechte gemeentegrenslijnen tussen Steenbergen en NieuwVossemeer getuigen nog van dit compromis (1565).

Nu besloten de heer van Steenbergen (toen Willem de Zwijger) en de ambachtsheren van Vossemeer tot samenwerking, hetgeen resulteerde in de gezamenlijke bedijking van enkele nieuwe polders (o.a. de Polder van Nieuw-Vosmeer). Toen begon men (1567) ook met de bouw van de eerste huizen van een nieuw dorp, dat Nieuw-Vossemeer werd genoemd ter onderscheiding van het oude, meer westelijk gelegen dorp, dat voortaan Oud-Vossemeer heette. Wel is waarschijnlijk dat de nieuwe woonkern iets zuidelijker heeft gelegen dan de huidige plaats, waar precies is niet meer na te gaan. Beide dorpen bleven tot begin 19de eeuw één gemeente. In de schepenbank en het polderbestuur te Oud-Vossemeer zaten vertegenwoordigers van Nieuw-Vossemeer; kerkelijk vormden de beide dorpen ook één parochie.

Het nog jonge dorp heeft veel te lijden gehad van de Tachtigjarige oorlog. In 1578 is de plaats voor het grootste deel afgebrand. Toen rond 1583 de hertog van Parma de ene Brabantse stad na de andere veroverde, ontstond er na de inname van Steenbergen een zo gevaarlijke situatie dat in augustus '86 alle polders langs de Eendracht onder water werden gezet om zo de opmars naar de Zeeuwse eilanden te stuiten en de vesting Bergen op Zoom te beveiligen. Ook de polders en het dorp van NieuwVossemeer gingen verloren. De pachters trokken weg ,,in miserie ende armoede” en het gebied bleef vijfentwintig jaar onder water staan.

Het Twaalfjarig bestand (1609-21) bracht mogelijkheden tot herstel met zich mee. In 1610 konden de boeren in de polders Nieuw-Vosmeer, Mattenburg, Schuddebeurs en Nieuwe Heije alle binnen één ringdijk gebracht weer aan het werk. Ook met de herbouw van het dorp was, zij het niet op dezelfde plaats, weer begonnen. Ook werden nieuwe inpolderingen ter hand genomen.

In 1610 kwam de Heense polder gereed, waarin 100 gemeten van Nieuw Vossemeer liggen. De Boerengors werd in 1609 al deels in cultuur genomen, de volledige inpoldering was 1631 een feit.

De Heerenpolder is van 1634, de Eendrachtpolder van 1698.

Inmiddels waren reeds in 1577 de priesters verdreven en was het kerkgebouw aan de hervormden gekomen. Nieuw-Vossemeer stond duidelijk onder Zeeuwse invloed! Toen echter in 1609 NieuwVossemeer werd hersticht, waren het voornamelijk mensen uit Noord-Brabant die het dorp bevolkten, waardoor het overwegend katholiek bleef. De gelovigen kerkten in een schuurkerk in Lepelstraat. Eerst in 1795 kon men een eigen parochie met kerk stichten. De hervormde kerk dateert uit de periode dat Nieuw-Vossemeer een eigen predikant kreeg (vlak na de Tachtigjarige oorlog). Deze kerk is in de 18de eeuw verbouwd en in 1969 gerestaureerd. De huidige r.k. kerk dateert uit 1873.

In 1703, 1705 en 1709 heeft Nieuw-Vossemeer ernstig te lijden gehad onder de Fransen. Toch waren het juist de Fransen die aan het einde van de 18de eeuw de bewoners de gelegenheid gaven hun lot in eigen hand te nemen. Het bezoek van koning Lodewijk Napoleon aan Brabant (1809) werd aangegrepen om om afscheiding van Zeeland te verzoeken, welk verzoek werd ingewilligd. Koning Willem I bekrachtigde later het besluit tot toevoeging aan Noord-Brabant (20 juli 1814).

Werd in 1583 Nieuw-Vossemeer bewust geïnundeerd. in 1682 kwam de gehele gemeente door overstromingen onder water te staan, een ramp te vergelijken met die van 1953. toen op twaalf plaatsen de buitendijken werden vernield en Nieuw-Vossemeer een van de zwaarst getroffen gemeenten was, die 50 slachtsoffers te betreuren had. Op de sterke buitendijk langs de Eendracht slaat nu een hoog stenen kruis als een blijvende herinnering.

Monumenten en musea: A. M. de Jong-huis, waarin het A. M. de Jong-museum is gevestigd, dat een permanente tentoonstelling bevat van leven en werk van de in Nieuw-Vossemeer geboren schrijver. Tevens gelegenheid tot tijdelijke huisvesting van auteurs, die in alle rust willen kunnen werken.

Molenmuseum ,,Nederland", gevestigd in de gerestaureerde korenmolen ..Assumburg" (1780), omvattende een collectie miniatuur molens. gemaakt naar de meest in Nederland voorkomende types.

Hervormde kerk (1649) en Rampmonument langs de Eendracht.

Overheidsinstellingen e.d.: gemeentehuis. Schoolstraat 9; politiebureau. Voorstraat 42; postkantoor. Voorstraat 38; waterschap, De Graaf Hendrik polder. Julianastraat 44. Steenbergen, De Heense Polder, Julianastraat 44.

Steenbergen. De Polders van Nieuw-Vossemeer. Achterstraat 7.

Hoogheemraadschap West Brabant. Bouvignelaan 5. Breda.

Nutsbedrijven: gas: Gasbedrijf Roosendaal. Turfberg 66: water: Watermij. Zuid-West Nederland. Dinteloordseweg 1, Steenbergen; elektriciteit: PNEM, Dorpsstraat 164. Halsteren.

Onderwijs: Nieuw-Vossemeer heeft naast een peuterspeelzaal een school voor r.k. basisonderwijs. Sportaccommodaties: Sportpark De Danen. Assumburgweg (voetbalvelden, tennisbanen); sportvelden. Hogendijk; gymnastiekzaal. Achterstraat 15: trimbaan aan de Rietkreek.

Bron: Brabantia, nov. 1967; Gemeentegids Nieuw-Vossemeer, 1982; Witkamp's Aardrijkskundig Woordenboek. 1895; Nieuw-Vossemeer tot 1809, 1976: Enige hoofdstukken uit de geschiedenis in de gemeente Nieuw-Vossemeer vanaf 1809, 1981.

NIEUW-VOSSEMEER hoofddorp in de gelijknamige Noordbrabantse gemeente. 2211 inwoners (1986). Het Nederlands Molenmuseum (zie aldaar) is gevestigd in de Assumburgmolen (gerest. 1967); in het A. M. de Jong-huis wordt de herinnering bewaard aan de in Nieuw-Vossemeer geboren schrijver, op de markt staat een beeldje van zijn romanfiguur Merijntje Gijzen.