Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

MISSIEWERK

betekenis & definitie

in het missiewerk heeft Noord-Brabant steeds een belangrijk aandeel gehad. Het bekeringswerk bleef m de eerste helft van de 19de eeuw, zowel in de Oost als in de West, beperkt tot enige initiatieven van de wereldgeestelijken.

Onder hen bevonden zich vele Brabanders. Voor de missie in Suriname bestond destijds grote belangstelling op het groot-seminarie van Haaren onder president Jac. Cuyten (18371884). Mgr. Grooff. apostolisch prefect van Suriname. later apostolisch vicaris van Batavia, bezocht in 1838 het seminarie om kandidaten voor zijn missiegebied te werven. Peerke Donders heeft zich hiervoor toen opgegeven.

Toen in 1865 de missie van Suriname aan de paters Redemptoristen werd toevertrouwd, werd mgr. J. Swinkels uit Woensel tot eerste bisschop benoemd. De eerste Redemptoristen, die naar Suriname vertrokken, waren J. v. d. Aa uit Den Bosch en J. van Rooy uit Oerle. Van de vijf Capucijnen. die in de 19de eeuw in West-Indië hebben gewerkt, kwamen er drie uit Brabant: Gregorius van Breda. Paulus van Bergharen en Didacus van Ravenstein.Omstreeks 1850 oefende de missie van NoordAmerika grote aantrekkingskracht uit op de Bossche clergé. Het grootste deel van de Nederlandse missionarissen aldaar stamde uit Brabant, vooral uit het seminarie van Haaren. Geen seminarie in Nederland heeft zoveel missionarissen opgeleverd als dat van Herlaer-Haaren. Rond de helft van de 19de eeuw was de landverhuizing naar Amerika in trek. Onder de kolonisten waren er velen uit Uden. Zeeland en Veghel.

Om de zielzorg van de Brabanders uit deze streek waar te nemen, gingen kruisheren van St. Agatha en Uden met hen mee.

Het aandeel van Brabant aan het missiewerk sinds de tweede helft van de 19de eeuw was zeer belangrijk. Vele nieuwe missiecongregaties kregen hun vestiging in Brabant, zoals de Missionarissen van het H. Hart. de Lazaristen, de Witte Paters en de Missionarissen van de H. Familie. Ook bij de oudere missieoorden zijn er vele uit Brabant. Bij de Jezuïeten-missionarissen in de jaren 1859-1934 was 28 procent Brabander. De eerste superior was M. v.

d.Eisen uit Gemert. De twee grondleggers van Midden Java-missie waren P. Hoevenaars uit Gilze-Rijen en P. van Lith uit Oirschot. alsmede J. Mertens uit Oosterhout.

Rond 1850 beleefde het ,,Genootschap tot Voortplanting des Geloofs" vooral in Noord-Brabant een grote bloei. De stichting van het ..Genootschap der H. Kindsheid" vond m 1848 plaats in de parochie van 't Heike te Tilburg door mgr. J. Zwijsen. Sinds 1850 werden de Annalen in het Jongensweeshuis te Tilburg gedrukt.

In de tachtiger jaren ontstond het werk van de beurzenstichtingen, dat geldelijk voor de missie van buitengewoon belang is geweest. In acht jaren waren er 100 beurzen gesticht, waarvan er maar liefst 62 uit Helmond afkomstig waren.

Het initiatief om een Nederlandse congregatie voor missionarissen op te richten ging van een Brabantse pastoor uit.,pastoor Van Schijndel uit Boerdonk. In 1912 werd in Den Bosch de Indische Missievereniging opgericht.

De centralisatie van de missieactie voor de overzeese gebiedsdelen werd het eerst verwezenlijkt in het bisdom Den Bosch. Belangrijk was ook de Katholiekendag van het bisdom Den Bosch in 1917. Op voorstel van mgr. C. Prinsen was deze gewijd aan de missie. Het Bossche bisdom kreeg in oktober 1917 het eerste diocesane missiecomité.

Er werden al spoedig plaatselijke missieclubs opgericht en parochiale missiefeesten georganiseerd. Kardinaal Van Rossum verklaarde in 1918 dat dein het bisdom 's-Hertogenbosch opgezette missieactie met recht het model mag worden genoemd van alle actie op dit gebied in Nederland. In de totstandkoming van de Priestermissiebond heeft Brabant in mgr. Hermus een belangrijke rol gespeeld. Het diocesaan missiecomité van Breda met kapelaan A. Fruytier stelde de missietentoonstelling in 1919 in dienst van de missieactie.

In 1922 werden in het bisdom Den Bosch de statuten voor de federatie van de missienaaikringen goedgekeurd. In vele plaatsen kwam het tot een eigen afdeling en tot verkooptentoonstellingen.

In Tilburg werd voor het publiek in 1936 een volkenkundig missiemuseum geopend, opgezet door missionerende kloosterorden, die verzamelingen uit missielanden bijeenbrachten.

Van het aantal missionarissen, van wie de afkomst bekend is 3162 komen er 992 uit Brabant, dat is ongeveer 32 procent. Van de Nederlandse missionarissen. die tot het jaar 1900 naar de missiegebieden vertrokken en van wie de geboorteplaats bekend is dat zijn er 658 kwamen er 250 uit Brabant: dat is ca 38 procent. Onder hen bevonden zich mgr. Noyen uit Helmond (geb. 1870), de eerste apostolisch vicaris van Flores; de Indianen-missionaris pater Aloysius van der Velden s.j. uit Woensel (geb. 1848), bekend als de ,,manke zwartrok"; mgr. Pacificus Bos uit Uden (geb. 1864), de eerste apostolisch vicarus van Borneo; mgr. Jos Sweens W.

P. uit Den Bosch (geb. 1858); Peerke Donders CssR uit Tilburg (geb. 1809), de missionaris onder de melaatsen in Suriname; Jos Dobbe, missionaris van Scheut uit Den Bosch (geb. 1864), die bij de Chinese bokseropstand van 1900 werd vermoord. Hierbij kwamen ook André Zijlmans uit Waalwijk, Cornelis Dobbe uit Den Bosch en zuster Kaatje Dierckx uit Ossendrecht om het leven.

Bron: dr. Gregorius ofm Cap, inl. Brabants Jaarboek, 1950; dr. A. v. d. Eerenbeemt, De missieactie in Nederland, 1945.