Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

MARKIEZAAT

betekenis & definitie

In oorsprong al aanwezig in de Middeleeuwen met Gerard I van Wezemaal als eerste heer van Bergen op Zoom in + 1308. De kern van de bezittingen was de heerlijkheid van stad en land van Bergen op Zoom.

De naam ..Markiezaat" wordt nu nog gebruikt als geografische naam voor een deel van westelijk Noord-Brabant naast de ..Baronie" van Breda.De families, waaruit de heren en markiezen stamden, waren van verschillende herkomst: Brabantse. Zeeuwse, Gelderse. Franse en Duitse. Hun bezittingen elders waren echter van veel mindere betekenis dan het land van Bergen op Zoom. De bezittingen van de heer van Wittetn in België maakten hierop een uitzondering; desondanks was voor hem het bezit van Bergen op Zoom van dusdanig belang, dat hij daar zijn residentie had. De naam Markiezaat had tot 1795 een duidelijk omschreven betekenis: naast stad en land van Bergen op Zoom behoorde ook de heerlijkheid Borgvlict hiertoe, een afzonderlijk Brabants leen doch in feite bestuurd en beheerd als een deel van het Markiezaat.

Het beheer van het markiezaat. gedurende de laatste eeuwen van zijn beslaan mei het ..Doorluchtig huis van Bergen op Zoom" betiteld, was feitelijk in handen van twee organisaties: de raad-en rekenkamer en het leenhof, noodzakelijk geworden door geleidelijke uitbreiding van de bezittingen. de politieke functies van de heren en markiezen van Bergen op Zoom elders, de bevestiging van hun juridische positie en de groei van de administratieve werkzaamheden.

De heerlijkheid werd in kwartieren ingedeeld; daar werden bestuurders (drossaards en schouten) en beheerders (rentmeesters) aangesteld. De raad- en rekenkamer (in 1493 gevormd, in 1521 definitief) had toezicht op bestuur en beheer. Het leenhof werd een juridisch college, beroepsorgaan voor de schepenbanken (1529. definitief sinds 1553). Beide lichamen zetelden in het Markiezenhof, later ook Groothof of Princehof genoemd.

Plaatsen, die rechtstreeks onder de markies ressorteerden waren: Bergen op Zoom, Halsteren, Der Jannenland. Putte. Noordgeest. Zuidgeest en Zuidland.

Een tweede groep vormde de heerlijkheid Wouw met Rucphen. Zegge. Voornseinde en Moerstraten.

Een derde groep lag in het gemene land (een gemeenschappelijk met de heer van Breda bestuurd gebied in de periode 1287-1458): Oud-Gastel. Nieuw Gastel, Standdaarbuiten. Fijnaart. Heyningen en Ruigcnhil.

Als vierde groep de randgebieden Roosendaal. Steenbergen, Zevenbergen en Vossemeer.

Dorpen, die lange tijd een eigen heer hadden waren: Woensdrecht. Hoogerheide, Ossendrecht, Calfven, Hildernisse. Heer Boudenspolder, de Beijmoeren, Noordland. Borgvliel en Gageldonk. Dorpen, die geestelijke heren hadden, waren: Huybergen. Oudenbosch, Nieuwenbosch, Hoeven en Sint Maartenspolder.

De ontbinding van het Markiezaat vond plaats in 1795 bij de inval van de Fransen. Alleen het kanton Bergen op Zoom herinnerde nadien nog aan de oude centrum-functie.

Een deel van het voormalige markiezaat behoort onder het kanton Zevenbergen. Het streekgcwest Westelijk Noord-Brabant. in 1974 gevormd, omvat het gehele gebied van het voormalige markiezaat en de gemeenten Dinteloord c.a.. Nieuw Vossemeer. Roosendaal c.a.. Steenbergen en Willemstad.

Bron: W. A. van Ham. Het bezit van de Heer van Bergen op Zoom.