Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

KELDERMANS

betekenis & definitie

bekend geslacht van bouwmeesters, beeld- en steenhouwers in Brabant, velen met atelier in Mechelen, werkzaam tussen 1375 en 1550, voornamelijk in Brabant; zij maakten in Mechelen in eigen werkplaatsen bogen, ribben en kapitelen voor hun bouwwerken elders. Antoon Keldermans (1440-1512) werd in 1467 stadsopperwerkman van Bergen op Zoom en bouwde daar vanaf 1495 het Markiezenhof; werd in 1481 stadsbouwmeester van Mechelen, in 1489 hofbouwmeester.

Hij ontwierp o.m. het (inmiddels verdwenen) kasteel van Wouw voor de heren van Bergen op Zoom, en het paleis van Margaretha in Mechelen; in het begin van de 16de eeuw bouwde hij eveneens een groot deel van het stadhuis van Middelburg.Rombout Keldermans (ca 1460-1531) kreeg na de dood van zijn vader de leiding van grote bouwwerken, o.m. die van de kerk te Veere, de toren van St. Lievens Monster Zierikzee; werd in 1515 stadsbouwmeester van Mechelen, in 1516 opperbouwmeester van Karei V; werkte in 1511 aan de bouw van de toren van het stadhuis en aan de Vleeshal in Middelburg; zijn meesterwerken zijn het Paleis van de Grote Raad in Mechelen, waaraan hij vanaf 1529 werkte, en het stadhuis van Gent. In Bergen op Zoom werd de bouw van het Markiezenhof voortgezet. Tussen 1400 en het begin van de 16de eeuw zijn de Keldermansen (ook bekend onder de naam Van Mansdale) van grote invloed geweest op de Brabantse gotiek.