Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

INTERNATEN EN KWEEKSCHOLEN

betekenis & definitie

ook kostscholen of pensionaten geheten, waren meestal een combinatie van dag- en kostscholen. Het waren in tegenstelling tot de openbare bijzondere scholen voor kinderen uit „de betere milieus”.

Reeds in 1448 gaven Augustinessen onderwijs in een klooster te Soeterbeek onder Nuenen, in Oudenbosch, Saint Louis Kostschool met voorgevel uit de twintiger jaren

1732 voortgezet te Ravenstein. Dit was een bijzondere Franse school. In 1741 stichtten de broeders van Huijbergen van de congregatie der broeders Penitenten van de H. Vader Franciscus in het land van Ravenstein een kostschool voor jongens, ,,St. Marie”.

Uit 1795 dateert een meisjespensionaat te Oirschot o.l.v. een française en uit 1819 een kostschool voor meisjes op kasteel Dommelrode te St.-Oedenrode, gesticht door de zusters Augustinessen. In 1827 startten Jezuïetessen, de latere zusters van Mariënburg, een internaat in Engelen, dat in 1846 kweekschool voor onderwijzeressen werd.

Uit 1831 dateert de kweekschool van de Franse congregatie ,,Jean Baptist de la Salie" in BaarleNassau en in 1840 werd te Oudenbosch een kostschool voor jongens, ,,Saint Louis”, gesticht, door de broeders van de congregatie van de H. Aloysius van Conzaga.

In 1844 telde Noord-Brabant een 27-tal kostscholen en wel in Bergen op Zoom (2), Boxmeer, Boxtel, Breda (2), Dongen, Drimmelen, Eindhoven, Engelen, Geertruidenberg, ’s-Hertogenbosch (3), Heusden, Hilvarenbeek, Leur, St.-Oedenrode, Oirschot, Oss, Oudenbosch, Ravenstein, Roozendaal, Steenbergen, Tilburg, Waalwijk en Werkendam; hiervan waren een aantal protestant.

In 1850 begonnen de fraters van Tilburg een kweekschool, „Petit Noviciat” geheten, ook in Goirle is uit dat jaar een kweekschool bekend. De Ruwenberg te Sint-Michielsgestel, een jongensinternaat, stamt uit 1852.

In 1860 werd in ’s-Hertogenbosch de Rijkskweekschool opgericht, die in 1895 werd omgedoopt tot Bisschoppelijke Kweekschool o.l.v. rector A. F. Diepen (N.B. tot 1871 was de priesteropleiding een deel van de kweekscholen).

Het Philosophicum van de Jezuïeten in Ravenstein stamt uit 1880, de kostschool van de zusters Franciscus te Dongen uit 1893, evenals het internaat voor schippersjongens in Tilburg.

In 1894 startten de zusters Penitenten Recollectinen een normaal-school voor meisjes, Sacré Coeur, die in 1904 werd omgezet in een kweekschool. De broeders van Dongen stichtten in 1896 een kweek-kostschool. Regina Coeli te Vught van de zusters Augustinessen.

Verder waren er nog het Maria-oord te Vught van de zusters Ursulinen, een lyceum voor meisjes te Roosendaal van de zusters Franciscanessen, het meisjespensionaat St. Anna te Oudenbosch, een Franse kostschool te Veghel voor 200 meisjes, een jongenskostschool te Grave (gestart met vier leerlingen) en internaten te Boxtel, Etten, Teeffelen, Uden en Waalwijk. En in Breda een bijzondere dag- en kostschool, speciaal ter voorbereiding van de militaire academie.

Bron: Varia Historia Brabantia II, 1966.