Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

ILLEGALE PERS

betekenis & definitie

in de oorlogsjaren, toen verschillende kranten en tijdschriften niet meer mochten verschijnen, en andere grotendeels aan banden werden gelegd door de maatregelen en de censuur van de Duitse bezetter, ontstond ook in Noord-Brabant een omvangrijke illegale pers. In tal van plaatsen werden nieuws- en opinieblaadjes uitgegeven, gedrukt, gestencild en soms zelfs met de hand geschreven.

Tilburg: Het eerste ondergrondse blaadje in Noord-Brabant verscheen, voor zover bekend, in Tilburg en wel reeds in november 1940 onder de naam ,,Vrede en vrijheid”, als uitgave van de communisten, die het tot augustus 1943 volhielden. Toen werd het blaadje gecombineerd met de illegale ,,De Waarheid” van de communistische partij, die daarmee ook in november 1940 was begonnen, nadat het Volksdagblad op 10 mei door de Duitsers was verboden. Na de bevrijding, in december 1944, kwam De Waarheid in Noord-Brabant uit als „volksdagblad voor bevrijd Nederland” en tevens als „weekblad voor het bezette gebied”.

In Tilburg werden nog verschillende andere illegale blaadjes uitgegeven, zoals de „Brabantsche Studentenbrieven” in 1943, en „Het Gastmaal”, orgaan voor ondergedoken en gedeporteerde studenten, dat onder leiding van G. Freeman werd uitgegeven door het Brabants Studenten Gilde van O.L. Vrouw.

Vanaf eind juni 1944 tot aan de bevrijding verschenen in Tilburg ook de „Berichten van de GPD”, de geallieerde persdienst, verzorgd door L.J. v. d. Gevel, samen met zijn buurman H. Want. Hiervan zijn 1185 nummers uitgekomen. Als bulletin verscheen de „Geallieerde Persdienst” al in februari 1943, als illegale uitgave van de firma K. E.

C. Want en Zn. In augustus 1944 volgde nog „De Nieuwsbode”, eerst als orgaan van „de Vrije Pers” uit Utrecht. J. Merkx zette de uitgave hiervan echter zelfstandig voort. Wegens een ongewenste infiltratie werd de naam gewijzigd in „De Laatste Vuurproef”.

In Tilburg was ook de politieman Frans van Bilsen in december 1943 begonnen met de uitgave van een illegaal blaadje onder de naam „De Stem van Vrij Nederland”, die later werd veranderd in „De Stem voor God, Koningin en Vaderland”. Drukker hiervan was Greven. Omdat Van Bilsen door andere illegalen ten onrechte werd verdacht van verraad, werd hij in januari 1944 door een ondergrondse groep doodgeschoten. G. Derkx nam toen het werk aan „De Stem” over, met medewerking van B. de Wijs. Ze werden echter samen opgepakt en in Vught gefusilleerd.

Een broer van de tweede redacteur, A. Derkx, zette de uitgave van „De Stem” vanuit Utrecht nog enige tijd voort. De naam werd na de bevrijding overgenomen door een dagblad in Breda, waar tot 27 oktober 1944 het „Dagblad van Noord-Brabant” verscheen. De stichters van deze „Stem” waren zijdelings met het illegale blaadje verbonden.

Eindhoven: Tot de eerste ondergrondse publikaties, die in dit gewest verschenen, behoorde het in Eindhoven uitgegeven pamflet onder de titel „Aan het Nederlandse Volk”. Het was een uitgave van een communistische groep in Eindhoven, die de mensen aanspoorde tot sabotage. Deze groep werd echter op 8 september 1941 door verraad opgerold.

In hetzelfde jaar werd in Eindhoven nog een gestencild blaadje uitgegeven met als kop „Verboden berichten”. Hoe lang dit heeft bestaan is niet bekend. Onder de titel „Waarheid” verscheen het jaar daarop een blaadje, dat waarschijnlijk bij Philips werd vervaardigd, evenals het „Bulletin” dat van juli 1944 tot aan de bevrijding van Eindhoven, 18 september, verscheen. Van maart tot juli 1944 kwamen oudere leerlingen van het Lorentz-lyceum in Eindhoven met een eigen krantje „De Wekker” uit. Vanuit Eindhoven en Helmond werd ook „Het Parool” over Noord-Brabant en Limburg verspreid, totdat zij die de leiding van deze verspreiding hadden, het raadzaam vonden een andere oplossing te zoeken. Vandaar dat begin 1944 onder redactie van N. v. d.

Sande Bakhuyzen begonnen werd met een ander nieuwsbulletin, dat van januari tot mei 1944 verscheen onder de titel „Nieuwsberichten” en later als „Nieuws van de Week” verder ging. Na de bevrijding verscheen het orgaan legaal weer als „Het Parool”.

Voor een dagblaadje zorgde in Eindhoven, speciaal voor het bureau van de ruilverkaveling, J. v. d. Eyk met enkele anderen. Het blaadje „Spieghel der Waerheit” verscheen in 1943 en 1944 tot aan de bevrijding der stad.

's-Hertogenbosch: In Den Bosch waren het de jongeren van de Nederlandse Unie die in september 1941 begonnen met de uitgave van het illegale blaadje „De Steekvlam”, dat tot in oktober onder die naam verscheen, en toen min of meer werd voortgezet als „De Zender”, dat op initiatief van J. v. d. Kaam werd opgericht door A. de Nijs en A. v. d. Kaam, die ook de redactie vormden. Het werd een orgaan, waarin vertegenwoordigers van „Je Maintiendrai”, ,,Vrij Nederland”, „Ons Volk” en „Christofoor” elkaar vonden. De Nijs werd echter door de bezetter gearresteerd. Na de bevrijding is „De Zender” opgeheven.

Er kwam toen een ander blaadje „De Schijnwerper” legaal voor in de plaats. Dit werd echter door het Militair Gezag verboden.

In januari 1944 waren in Den Bosch H. Vevort en P. Goossens begonnen met een blaadje „De Brabander”, later „De Brabanter” genaamd. Het doel was vooral om de abonnees van de genazifïceerde „Nieuwe Brabantsche Courant” de ogen te openen. Als ondertitel voerde het de wekroep: „Edele Brabant were di”.

Na de landing in Normandië ging men ook nieuws brengen. In 1944 verscheen hier ook „De Nieuwe Linie”, met hetzelfde doel als „De Brabander”. Toen Den Bosch eind oktober 1944 werd bevrijd werd „De Brabander" in combinatie met het illegale „Voor Koningin en Vaderland, voor Vrijheid, Waarheid en Recht”, waarvan 951 nummers waren verschenen, legaal voortgezet.

In Hintham was ook een dergelijk blaadje verschenen onder de titel „Voor God, Koningin en Vaderland, voor Vrijheid, Waarheid en Recht”, en wel van juni 1943 tot november 1943, ook wel „De Roskam” genoemd. In september 1944 kwam er nog een blaadje van de Oranje Garde, „De Stem”, uit in Den Bosch. Een ook in Noord-Brabant verspreid blaadje droeg de titel „Were Di”. Het werd in oktober 1944 illegaal verspreid.

Breda: In Breda verscheen van oktober 1942 tot augustus 1943 een ondergronds blaadje onder de naam „Z 66”, zo genoemd naar een post op de Grebbelinie. J. van Rooy en J. Reichardt waren hiermee begonnen. Reichardt werd echter opgepakt en naar Duitsland getransporteerd. Van Rooy werd later gearresteerd. Toevallig ontdekte men toen ook de illegale drukkerij.

Alle medewerkers aan dit blaadje werden ter dood veroordeeld. Het vonnis is echter niet uitgevoerd. Een van de medewerkers, Hoffman, is in het tuchthuis in Lüttringhausen overleden.

Na de bevrijding werd in Breda begonnen met een dagblad onder de naam „De Stem”, naar het gelijknamige blaadje, dat vanuit Tilburg tot in Bergen op Zoom werd verspreid.

Helmond: In Helmond verscheen van 6 juni 1944 tot 28 december 1944 het illegale blaadje „Weet U Dat?” van C. van Dongen en L. Jonkergauw. Met de bevrijding werd deze uitgave gestaakt.

Overig Noord-Brabant: In Heusden waren Velmans, Clerx en mej. H. Clerx begin juni 1943 begonnen met „De Sirene”, welk blaadje tot 28 november 1944 bleef bestaan en dat in Oss werd verspreid door M. v. d. Loop, die de uitgave toen overnam en „De Sirene” na de bevrijding van Oss legaal liet verschijnen. Toen Heusden later bevrijd werd ontstonden er grote moeilijkheden tussen beide redacties. „De Sirene” in Oss bleef echter als dagblad bestaan. Het werd later overgenomen door „Oost-Brabant”, en tenslotte door „Brabants Dagblad”.

In Oss waren ook de katholieke verkenners met een eigen blaadje begonnen onder de naam „De Verkenner”, dat van mei 1944 tot december 1944 verscheen.

In Steenbergen begon de student A. Booymans samen met twee ondergedoken joden in juli 1943 de „Steenbergsche Buscourant” uit te geven, als vervolg op „de Steenbergsche Courant”, die in 1943 werd verboden. Hier verscheen ook „Het Oorlogsjournaal”.

In Deurne waren het M. Hendriks, E. Heim, H. Struik en K. van Zutphen, die op 1 november 1943 met „De Vrije Pers” uitkwamen, welke uitgave echter van maart tot in september 1944 werd gestaakt, omdat men met ander illegaal werk bezig was. Later werd dit blaadje tot aan de bevrijding het mededelingenorgaan van de illegaliteit.

In Oosterhout verscheen van juni tot 28 oktober 1944 dagelijks „De Vrije Stem”, van K. Bijnen en M. Damen, die het blaadje na de bevrijding als weekblad voortzetten.

In Haaren gaven A. L. Vissers en M. v. d. Wildenberg, ambtenaren ter secretarie, „De Dageraad, geallieerd ochtendblad” uit. Zij werden echter beiden gearresteerd en stierven, toen zij in februari 1945 van het concentratiekamp Sachsenhausen naar Buchenwald werden geëvacueerd.

In Kaatsheuvel verscheen van oktober 1943 tot 22 juni 1944 „Het Laatste Nieuws”, dat verzorgd werd door de 17-jarige K. Schraauwers. die hiermee ophield omdat de zaak uitlekte in het dorp, toen een varken dodelijk werd getroffen en er een onderzoek naar de in de stal verborgen radio volgde.

In Klundert was C. van Drimmelen begonnen met het illegale blad „Nederland en Oranje” op A.R. grondslag. De titel werd in december 1942 gewijzigd in „Het 3-voudige snoer: God. Nederland en Oranje”. In januari 1943 hield hij hiermee op, om zich aan te sluiten bij de groep „Trouw”. Zijn blaadje wordt beschouwd als de voorloper van het illegale blad „Trouw”, dat na de oorlog als dagblad werd voortgezet.

In Helvoirt werd door de gebroeders Van Oirschot, van wie de oudste als student was ondergedoken, in 1944 vanaf de invasie ook dagelijks een blaadje met nieuws van de Engelse zender uitgegeven, een enkele maal onder de titel ,,Het Laatste Nieuws”.

Aanvankelijk begonnen de illegale krantjes hier als opiniebladen; later toen de radio moest worden ingeleverd, trad het nieuws meer op de voorgrond. Meer dan de helft van de illegale blaadjes kwam na Dolle Dinsdag. Slechts een enkel blad is na de bevrijding nog enige tijd blijven verschijnen, zoals „De Brabander” in Den Bosch en „De Sirene” in Oss, afgezien van de landelijke bladen „Het Parool”, „Trouw”, „De Waarheid” en „Vrij Nederland”, die na de bevrijding van het zuiden in Noord-Brabant voor het eerst in het openbaar uitkwamen.

„Je Maintiendrai”, „Vrij Nederland” en „Christofoor” gingen toen tijdelijk samen als weekblad, waarin ook de illegale bladen „De Patriot” en „V.O.D.” waren opgenomen. „Christofoor” was in 1943 opgericht als katholiek illegaal blad. Het ging in 1944 samenwerken met „Je Maintiendrai”, voortgekomen uit het in 1942 verboden orgaan van de Nederlandse Unie, en later ook met „Vrij Nederland” dat nadien naar Amsterdam werd overgebracht en als weekblad bleef verschijnen.

Bron: A. van Oirschot, De kranten in Brabant, 1963; Lydia Winkel, De Ondergrondse Pers, 1954.