Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

HOOGELOON

betekenis & definitie

kerkdorp behorende tot de gemeente Hoogeloon, Hapert en Casteren, die samen vroeger ook deel uitmaakten van een vrije heerlijkheid, bezit van de Abdij van Tongerlo en later van het Bisdom Den Bosch. In Hoogeloon zijn vele prehistorische vondsten gedaan, waarvan er zich een aantal in het Brabants Museum te 's-Hertogenbosch bevindt.

Ook werden hier Romeinse munten aangetroffen. Een grote grafheuvel uit de Bronstijd werd op de Zwartberg gevonden en gemarkeerd.Tussen 1980 en 1985 werden in Hoogeloon opzienbarende opgravingen verricht. Daarbij werd een nederzetting uit de eerste en tweede eeuw na Christus blootgelegd. Behalve een zestal boerderijen werd er ook een villa uit de Romeinse tijd gevonden, die uitgerust was met een uitgebreid badgedeelte, een centraal verwarmingssysteem en waterleiding. Uit het onderzoek bleek, dat na het jaar 250 alle leven uit de streek geweken was. De wijde omgeving werd toen onveilig gemaakt door rondtrekkende Germaanse stammen.

Omstreeks 1400 kreeg het dorp een nieuwe kerk, waarvan de toren overgebleven is. Omstreeks 1925 werd het bedehuis te klein en afgebroken. Even verderop werd een nieuwe kerk gebouwd. Hoogeloon telt 2053 inwoners (1985). Zie verder: Hoogeloon, Hapert en Casteren.