Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

HANEVELD, NICOLAAS JACOBUS

betekenis & definitie

('s-Gravenhage 1933), muziekleraar en -pedagoog, dirigent, cultureel werker; woonachtig in Oisterwijk; studeerde trompet bij Henri op ten Berg; hobo bij Rob Visser en Anne de Vries; cello bij G. van Reede, G. Schiffer en Frank v.

d. Berg, directie bij Meindert Boekel en Karei Kockelon; theorie bij Elie Poslawsky en Jan Hisschemöller. Haneveld speelde als trompettist in brassband Amsterdam, de Haagse politiekapel, de geniefanfare Den Bosch; is muzieken dramatische expressiedocent Durendael Oisterwijk, Mariënburg Den Bosch en Santa Maria Schijndel; muziektherapeut Huize Vincentius Udenhout, Serveriusstichting Veldhoven; bovendien dirigent van zes harmonie- en fanfarekorpsen in Midden-Brabant, koorleider van vele kinderkoren en muziekspeelgroepen, en oprichter expressiecentrum Berkel-Enschot. Hij organiseerde cursussen toneel-film-geluid, volksmuziek en -dans, klassieke muziek en pottenbakken (zijn vrouw heeft het pottenbakkersatelier In Kannen en Kruiken te Oister-

wijk), Abdijconcerten in De Koningshoeven en geeft op zijn muziekcentrum De Voorste Stroom schoolconcerten, ensemblespel, muzieklessen, abdij-, park-, kasteel- en huiskamerconcerten.