Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

HAARSTEEG

betekenis & definitie

kerkdorp in de Noordbrabantse gemeente Vlijmen; een klein deel behoort nu tot de gemeente Heusden; telt ca 1600 inwoners (1983); maakte oorspronkelijk deel uit van de gemeenten Hedikhuizen en Vlijmen. Vanouds werd de parochie door de witheren van Berne bediend.

Haarsteeg, dat ontstond op een kruispunt van wegen, heeft in het verleden veel te lijden gehad van overstromingen. Het was een dorp van mandenmakers evenals Vlijmen, Nieuwkuyk, Engelen, Herpt, Hedikhuizen, Oudheusden, Wijk en Baardwijk. Er was ook een mandenfabriek, evenals in Vlijmen, die vooral mandjes leverden voor de margarineëxport naar Engeland. De bevolking is nu voornamelijk werkzaam in landbouw en veeteelt. Er bevinden zich in Haarsteeg enkele wielen. Voor sportvissers zeer aantrekkelijk.In het portaal van de kerk van Haarsteeg bevinden zich vier merkwaardige stenen, links en rechts in de muur. Elke steen was de eerste steen van vier nieuwe kerken van het dorp, en wel binnen 80 jaar, van 1788 tot 1870. De parochie stamt uit 1846, voordien behoorde Haarsteeg tot de parochie Hedikhuizen. De eerste steen is uit 1788: „meposuit F. J. Grevers, pastor”.

In 1799 leed Haarsteeg en zijn kerk ernstige schade door een dijkbreuk. De kerk werd herbouwd: 1799 „me reposuit P. Beckers pastor”. De kerk werd in 1801 verwoest door storm: 1801 „reposuit P. Beckers”. Deze kerk bleef bestaan tot 1873; toen werd de nieuwe kerk gebouwd onder pastoor Ceelen.