Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

GILZE EN RIJEN

betekenis & definitie

gemeente in Noord-Brabant, bestaande uit Gilze, Hulten, Molenschot en Rijen; 21.170 inwoners (1984); oppervlakte 7111 ha.

Wapen: In blauw het beeld van St. Petrus met in de rechterhand een sleutel en staande op een losse grond, alles van goud (1817). Dit wapen was al in 1615 in gebruik; St. Petrus is de patroonheilige van Gilze; de parochie is toegewijd aan St. Petrus-Banden.

Ligging: Ten noorden grenzend aan Oosterhout en Dongen; ten oosten aan Tilburg; ten zuidoosten aan Alphen en Riel; ten zuiden en ten westen aan Chaam, Nieuw-Ginneken en Bavel en Oosterhout.

Geschiedenis: In 992 schonk gravin Hilswindis van Strijen Gilze aan de Abdij van Thorn. In de daarop volgende tijd was het de hoofdplaats van de vele bezittingen, die deze abdij had in de Baronie van Breda. Er was ook een duidelijke onderlinge band met die bezittingen. Zo was de kerk van Gilze de moederkerk van die van Etten, Ginneken, Prinsenhage, Bavel en Molenschot. Gilze is enige tijd van de Baronie vervreemd geweest. Nadat Gerard van Rassegem in 1326 de stad en het land van Breda had verkocht aan hertog Jan III van Brabant, verpandde de hertog Gilze met enkele andere plaatsen aan Razo van Liedekerke.

Dat gebeurde in 1334. Na de dood van deze heer kwam Gilze met de andere plaatsen, met goedvinden van de hertog van Brabant, in het bezit van Willem van Duivenvoorde, die het geheel in handen stelde van Jan van Polanen, waardoor alles weer was teruggekomen bij de Baronie van Breda.

Een deel van de huidige gemeente Gilze en Rijen, namelijk Hulten, ten noordoosten van Gilze gelegen, is een eigen heerlijkheid geweest, o.m. van Wouter van Diedegom, die deze in 1368 verkocht aan Jan van Polanen, heer van der Leek en van Breda, ten behoeve van diens derde zoon Willem van der Leek, kanunnik te Luik. Na diens overlijden werd ook Hulten weer bij de Baronie gevoegd. Het dorp Gilze, dat ook voorkwam als Gilse, Guilsen en Gilst, Gelst en Gilselo, wordt voor het eerst genoemd in de stichtbrief van Thorn uit 992. De abdis en het kapittel van Thorn hebben hierdoor zeer lang vele goederen in hun bezit gehad. De abdis had hier ook een rechtbank, het Oude Hof of het Laathof genoemd. De meier werd door de abdis aangesteld en deze op zijn beurt benoemde de zeven schepenen, waarvan er drie uit Gilze kwamen, twee uit Oosterhout, een uit Ginneken en een uit Prinsenhage. Omdat er eens in Prinsenhage geen geschikte persoon te vinden was werd er een schepen uit Rijsbergen gekozen.

Gilze was de vergaderplaats van het Hof. De schepenen, die tweemaal per jaar bijeenkwamen, moesten eerst de gelofte van trouw aan de abdis van Thorn afleggen. Tot de taken van het Hof behoorden o.a. rechtspraak, verkoop van goederen, erfdeling en erfpaling, het benoemen van voogden voor wezen, het verpanden van goederen. Deze Laatbank stond los van die, welke de heer uit Breda nog te Gilze had. Dat hof bestond uit een schout, die tegelijkertijd schout van Ginneken was, en zeven schepenen, voor wie de ingezetenen in eerste instantie terecht moesten staan, en aan wie nog negen gezworenen werden toegevoegd bij de behandeling van de dorpspenningen. Aanvankelijk had de abdis geen recht om de vonnissen van haar Hof ten uitvoer te brengen. Daarin kwam echter in 1472 verandering door een bepaling van graaf Jan van Nassau, heer van Breda.

In 1235 was er enige verandering gekomen in de verdeling van de goederen van de abdis en het kapittel van Thorn, omdat dit laatste niet voldoende tot zijn recht was gekomen voor wat betreft de inkomsten uit de bezittingen. Daarom besloot de abdis toen aan dat kapittel o.m. de kerk van Gilze met de inkomsten daarvan over te doen. Dezelfde abdis Hildegundis verkocht ook verschillende rechten aan Godevaart IV, heer van Breda, In 1261 verkreeg het kapittel ook het patronaatsrecht van de kerk van Gilze van de abdis, evenals dat van Baarle en Geertruidenberg.

In dat jaar werden de kerken van de overige parochies verheven tot halve kerken: media Ecclesia, om tenslotte in 1316 geheel van Gilze gescheiden te raken. In 1561 werd het patronaatschap van de kerk van Gilze door paus Pius IV geschonken aan de gegradueerde Kanunniken van ’s-Hertogenbosch.

Gilze had al vroeg een aanzienlijk kerkgebouw met een toren, die in 1706 werd uitgebreid; zij was een Ecclesia Major, een kerk dus van de hoogste rang en voorzien van een viertal beneficiën, het altaar van OL Vrouw en van de HH Catharina en Barbara, het altaar van het H. Kruis, het altaar van de HH Petrus en Paulus en het kosterschap; dit laatste werd door de heer van Breda vergeven.

In 1650 werd de kerk door de hervormden in beslag genomen. In die tijd gingen de Gilzenaren kennelijk onder Alphen naar de kerk. Immers in dat jaar wordt gemeld dat de pastoor van Gilze, voor die van Gilze, onder Alphen „paperijen pleegde”.

Het zou tot 1818 duren voordat de kerk weer aan de katholieken werd teruggegeven. Deze hadden zich intussen moeten behelpen met een schuurkerk, die bij de oude pastorie op de Bolberg stond. Dit gebouw, een stenen schuur, werd in 1762 door een ander bedehuis in het dorp zelf vervangen, maar nog voor dat dit in gebruik kon worden genomen werd het door de protestanten in brand gestoken en totaal vernield.

De katholieken hebben deze schuurkerk echter weer opgebouwd en in gebruik genomen tot in 1820; zij werd toen gesloopt, omdat de oude kerk weer in katholieke handen was gekomen. De oudst bekende pastoor van Gilze is Jacobus Conseij, die in 1303 wordt genoemd en toen in Breda een kapittel stichtte.

De parochie werd later opgedeeld. Molenschot had al vanouds de beschikking over een kapel, volgens een oorkonde reeds in de 9e eeuw. In 1261 werd deze verheven tot een bijkerk.

Er kwamen vier kerkdorpen: Gilze, Rijen, Hulten en Molenschot. In de tweede wereldoorlog werd de kerk van Hulten volledig vernield; die van Gilze ging ook voor een groot deel verloren, evenals de zeer oude toren, die dit bedehuis sierde. De tegenwoordige toren is van 1952. De kerk van Rijen, toegewijd aan de H. Maria Magdalena, stamt uit 1906 en is in neo-gotische stijl opgebouwd; zij bezit glas in loodramen van Max Weiss. Op het Kardinaal De Jongplein in Rijen werd een moderne kerk gebouwd, een ontwerp van architect H.Koldewey.

Op het einde van de vorige en het begin van deze eeuw ontstonden er in Gilze, maar nog meer in Rijen, verschillende bedrijven vooral van leer en schoenen. Er kwamen grotere en kleine industrieën, een veertigtal, waarvan het overgrote deel in Rijen is gevestigd. Daarnaast kwamen er geheel andere industrievestigingen, o.m. voor telecommunicatie-apparatuur, farmaceutisch glas en plastics, machines enz.

Vooral Rijen ontwikkelde zich sterk na de aanleg in 1863 van de spoorlijn Breda-Tilburg.

Het stationnetje brandde in 1911 af; in 19151918 werden het huidige station en de goederenloods gebouwd.

Gilze en Rijen zijn vooral bekend geworden door het vliegveld. Hiermee werd in 1910 in het klein een begin gemaakt; er werd een vliegkamp gehouden op de Molenheide van de Eerste Nederlandse Vliegvereniging. In de Tweede Wereldoorlog werd de vliegbasis Gilze-Rijen op zeer grote schaal uitgebreid en ook daarna bleef de basis intensief in gebruik.

Gilze en Rijen hebben in de oorlog zware offers moeten brengen: 76 burgers kwamen om het leven, 73 woningen, 34 boerderijen, 12 fabrieken, 7 winkels, 1 kerk, 2 pastorieën, 10 openbare gebouwen, waaronder het gemeentehuis gingen verloren. Zware schade werd aangebracht aan 935 woningen, 151 boerderijen, 42 fabrieken, 3 kerken en 2 pastorieën.

Het nieuwe gemeentehuis stamt uit 1961, gebouwd naar ontwerp van de architecten ir. Siebers en ir. Van Deal, voorzien van toren met uurwerk en slagwerk. De gemeente Gilze en Rijen is aangesloten bij het Stadsgewest Tilburg, waarmee in 1966 een begin werd gemaakt en waarin nu vijftien gemeenten samenwerken.

Overheidsinstellingen: gemeentehuis Raadhuisplein 1, Rijen; Gemeentewerken, Rembrandtlaan 54; Gas- en antennebedrijf, Rembrandtstraat 54, Rijen; rijkspolitiebureau groep Gilze en Rijen: Groepsbureau Regentenstraat 1, Rijen, Rayonbureau Vreugdendaal 1, Gilze; postkantoor Rijen Schepenstraat 2; postkantoor Gilze, Bisschop de Vetplein 7. Waterschappen: De Boven Mark en De Dongestroom, resp. te Ulvenhout en ’s-Gravenmoer. NS station, Stationsplein 2.

Onderwijs: basisscholen; voortgezet onderwijs: Mavo, LHNO en LTS; muziekschool, zowel in Gilze als in Rijen.

Sportaccomodaties: sporthal met overdekt zwembad en enkele sportzalen in Rijen; sportparken voor voetbal, tennis en hockey alsmede hengelsportplaatsen in Rijen; sporthal, sportzalen en openluchtzwembad met midgetgolfbaan, voetbalvelden en tennisbanen in Gilze; motorvliegclub te Gilze, alsmede zweefvliegclub; voetbalpark en 18 holes-golfbaan (de grootste van Nederland) in Molenschot; diverse maneges.

Bron: J. B. Kruger, Kerk. gesch. Bisdom Breda 1875; Witkamp’s aardr. wb.; P. Bins, Toer. gids; Ned. Gem. Gids 1983.