Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

GEERTRUIDENBERG

betekenis & definitie

stad en gemeente in Noord-Brabant, ook naam van een oude heerlijkheid, waartoe behalve de stad Geertruidenberg ook een deel van Made behoorde. Tot de gemeente Geertruidenberg behoort Statendam, vroeger ook wel Oosterhoutse dam geheten, genoemd naar een in 1746 aangelegde dam.

Gelegen aan de monding van de Donge en de Bergse Maas, in het noorden, zuiden en zuidwesten door Made en Drimmel.en, in het zuidoosten door Oosterhout en in het oosten door Raamsdonk begrensd.

Wapen: Van zilver met een klimmende leeuw van keel, houdende in de poten een gebogen speer van sabel; gedekt met een kroon van goud van 5 bladeren. Het gehele wapen is geplaatst in een voor de helft daarachter verborgen Hollandse Tuin van bruine kleur (1817). De Hollandse Leeuw in het wapen duidt op het graafschap Holland waarvan Geertruidenberg lang deel uitmaakte, namelijk tot aan 1798. Inwoners'. 6.648 (1984); oppervlakte 549 ha. Geschiedenis: De stad Geertruidenberg is genoemd naar St. Gertrudis (zie aldaar) de patroonheilige van de plaats en van de kerk.

Er zou reeds in de 7e eeuw een kapel zijn gesticht, gewijd aan Gertrudis van Nijvel, bij een nederzetting aan de weg van Antwerpen naar Dordrecht. Het was aanvankelijk een Brabantse plaats, Oever en Stranberg geheten, maar naar de dochter van Pepijn van Landen genoemd, omdat zij bij haar dood in 664 dit gebied naliet aan haar neef Witger. In de twaalfde eeuw werd het gebied een leen van de graaf van Holland. Graaf Willem I verleende Geertruidenberg in 1213 stadsrechten, waardoor het de oudste stad van Holland werd. In 1220 had Paus Honorius het nog over Sint Geertruidenberg. De stad was aanvankelijk duidelijk een Maasvesting, maar werd al spoedig in de 13e eeuw een handelscentrum.

In 1304 werd Geertruidenberg door Brabant veroverd en geplunderd, waarna de Hollandse graven er een vestingstad van maakten. De heerlijkheid Geertruidenberg kwam in de veertiende eeuw in het bezit van Willem van Duivenvoorde, vervolgens van de familie Van Polanen en Nassau. Tot 1584 woonden afgevaardigden van Geertruidenberg de dagvaarten (vergaderingen van afgevaardigden) van de Staten van Holland bij, als gevolg van het feit, dat de stad zich in 1299 na de moord op Floris V met zeven andere Hollandse steden, graaf Jan van Holland en graaf Jan van Henegouwen verenigde om de banvloek tegen de moordenaars te bekrachtigen.

In 1420 werd Geertruidenberg bezet door Jan van Beieren, die de stad verwoestte omdat het kasteel de zijde van Jacoba van Beieren had gekozen.

Een grote verandering, en afsplitsing van Holland, volgde in 1421 door de Sint Elisabethsvloed, waardoor de Biesbosch ontstond en Geertruidenberg geheel aan de Brabantse kant kwam te liggen. De stad verloor door deze situatie haar toen al belangrijke veemarkt. Door het visrijke water van de Biesbosch ontstond er echter een ander middel van bestaan. Hierdoor werd zij een marktplaats voor o.m. zalm, steur en elft.

In 1573 werd Geertruidenberg veroverd door de Staatse groepen, maar de stad werd in 1588 door de bezetting, hoofdzakelijk Engelse soldaten onder leiding van Wingfield, aan de Spanjaarden overgegeven. Aanvankelijk was zij aan het muiten geslagen. Toen prins Maurits in 1589 een aanval op de stad deed verkochten de bezetters haar aan Parma. Opnieuw volgde een beleg door de troepen van Maurits in 1593, waarbij de stad heroverd werd. Het zou enige tijd wat rustiger worden, tot aan het einde van de achttiende eeuw.

In februari 1793 werd Geertruidenberg door de Fransen veroverd, maar kort daarop, in april van hetzelfde jaar, heroverd door de prins van Oranje. Ernstige schade liep de stad in 1795 op door bombardementen van de Fransen, waardoor zij ook moest capituleren. In december 1813 volgde de overgave aan de verbondenen. Tot 1814 behoorde Geertruidenberg bij Holland, daarna kwam het definitief bij NoordBrabant. In 1823 werd de oude omwalling gesloopt, maar meteen een nieuwe versterking aangelegd. Hiervan is nog een deel, o.m. een bastion, bewaard.

Eerst in 1911 werd de stad ontmanteld en werd zij belangrijk uitgebreid. Er kwamen industrieën en de Provinciale Noordbrabantse Elektriciteits Maatschappij, de PNEM, vestigde er de Amercentrale, gevolgd door de Dongecentrale, waardoor ook een opleving van het . economisch leven ontstond. Er kwamen bedrijven voor beton, dakplaten, harslijm, machines, chemie, confectie, schoenen, cartonnages, suiker en houtwaren, maar daarnaast bleef ook de visserij een rol van betekenis spelen. Monumenten: stadhuis, oorspr. middeleeuws met gevel uit 1768 in Lodewijk XV-stijl. St. Geertruidskerk met ingebouwde toren, driebeukig halleschip, dwarsarmen met veelhoekige sluiting en een hoger gelegen koor.

De kerk heeft een gotische crypte. De St. Geertruidskerk brandde in 1420 af; zij werd in 1876 gerestaureerd, hersteld in 1925 en 1950 en opnieuw in de zestiger jaren in restauratie genomen. Hierbij ontdekte men sporen van een middeleeuws tufstenen kerkje. De toren stamt uit de eerste helft van de 14e eeuw. Het voormalige Weeshuis aan de Markt was voor 1681 de kapel van het gasthuis.

Hiervan zijn het schip en de zuiderzijbeuk uit de 16e eeuw bewaard gebleven. Het koor is later vervangen door een woonhuis met gevels uit de jaren 1771-1772.

Geertruidenberg heeft verder nog het Arsenaal uit de jaren 1770-1778, de vishal met mansardedak uit 1772 en verschillende 17e-eeuwse gevels. Een deel van de versterkingen uit 1833 zijn overgebleven en zijn in de jaren voor 1960 gerestaureerd.

Middelen van bestaan: industrie, aanvank. confectie, schoenen, later ook chemie, hout, suiker; Amer- en Dongecentrales van de Provinciale Noordbrabantse Elektriciteits Maatschappij. De gemeente Geertruidenberg is aangesloten bij het Stadsgewest Breda, waarmee in 1975 een begin werd gemaakt en waarin 21 gemeenten samenwerken.

Overheidsinstellingen, gemeentehuis Markt 3236; rijkspolitiebureau Venestraat 31; postkantoor Markt 64.

Onderwijs, basisscholen, een lagere technische school.

Sportaccommodaties', sporthal De Veste, sportpark aan de Stadsweg; tennispark De Schans, zwembad De Schans; hengelsport in vestinggrachten, Amer, Donge en Bergse Maas; boottochten naar de Biesbosch.

Bron: Chronol. overz. gesch. Geertruidenberg; P. G. Bins, Toeristengids.