Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

DUIVENVOORDE, WILLEM VAN

betekenis & definitie

(ca. 1290-Boutershem 1353), bastaardzoon van Philips van Duivenvoorde, een Hollands edelman; in 1329 werd hij door keizer Lodewijk IV gelegitimeerd; was zeer invloedrijk edelman, o.m. als kamerling en zegelbewaarder van de graaf van Holland; werd in 1328 ridder geslagen. Van Duivenvoorde bezat uitgestrekte landgoederen aan beide zijden van de Hollands-Brabantse grens, o.m. het graafschap Strijen.

Hij bezat een groot kasteel in Oosterhout, dat vele verdiepingen telde (waarvan nu nog een ruïne over is). Hij had ook invloed op Willem III van Holland en Jan III van Brabant en wist te bewerkstelligen, dat dezen nauwer gingen samenwerken. Hij was ook betrokken bij de Hoekse en Kabeljauwse twisten; hij stond aan de Hoekse zijde.De bezittingen van Van Duivenvoorde kwamen later door vererving aan het Huis van Nassau.

Bron; Gr. W. Pr. 1968; Middeleeuwse kastelen in N.-Brabant 1981.