(Helmond 1821-Venlo 1877), zoon geneesheer, oogheelkundige, beeldhouwer; opl. Acad.
Beeld.kunst Antwerpen; in 1849 leraar School voor Beeld.Kunst te ’s-Hertogenbosch; vestigde zich echter al spoedig als beeldhouwer; werken: standbeeld Karei de Brimeu, graaf van Megen, 1853; standb. Theodoor van Thulden, stadh. Den Bosch, 1854; gedenkteken viceadmiraal Rijk Den Haag 1856; won in 1856 met broer Henricus medaille voor restauratie St.Jan; toen hij in 1859 de opdracht niet kreeg zegde hij de kunstenaarsloopbaan vaarwel. Bron: J. Heeren, Brab. Heem, 1966.