Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

DOMMELEN

betekenis & definitie

dorp in Zuid-oost-Brabant, gemeente Valkenswaard; aanvankelijk eigen gemeente, liggend aan de rivieren de Dommel en de Keersop, grenzend aan Waalre, Valkenswaard en Borkelen-Schaft, Westerhoven en Riethoven. De gemeente was 757 hs groot.

Liet gehucht Keersop behoort tot Dommelen.In 1452 werd in Dommelen een klooster gesticht van Franciscanessen, gesproten uit het klooster van Achel. In 1663 trokken de zusters uit het klooster St.Agnietendal om zich eerst in Weert te vestigen, waar ook een klooster werd opgericht, dat echter door de maatregelen van Joseph II en de Franse republikeinen verstrooid werd. Sommigen vestigden zich in Oirschot. Toch bleven er weinigen in Dommelen achter tot 1716, toen zij moesten vluchten en een onderdak vonden in Arendonk. Het kerkje van het klooster in Dommelen werd als parochiekerk gebruikt. In 1883 werd de nieuwe St.Martinuskerk gebouwd.

Dat ging niet zonder slag of stoot, omdat men het niet eens was met de door bouwpastoor Somers gekozen plaats aan de Bergstraat. Het ontwerp is van Hendrik van Tulder, in neo-gotische stijl. Omstreeks 1930 werd de kerk uitgebreid.

Middelen van bestaan: landbouw en veeteelt; bierbrouwerij, Dommelsch Bier, oorspronkelijk van de familie Snieders; in 1719 werd de brouwerij al vermeld. Later is de produktie overgenomen door Stella Artois.

Monumenten: Neogotische kerk van 1883; Dommelse Watermolen; Keersopse watermolen; restanten van kloostermuur van Agnietendal. V.m. gemeentehuis Dommelen aan de Bergstraat; pastorie, onderdeel v.m. klooster; v.m. herberg en brouwerij.

Recreatie: tochten langs de Dommel en Keersop; kinderboerderij; sportpark 1983. Bron: Witkamp’s Aardr.Wb.; Kath. M. Mbk.