Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

DIEPENBROCK, ALPHONS JOHANNES MARIA

betekenis & definitie

(Amsterdam 1862-1921), componist, essayist en classicus; stamt af van Westfaalse adel; sloot zich aan bij de Tachtigers, promoveerde in 1888 summa cum laude in de oude letteren; werd leraar aan het gymnasium in ’s-Hertogenbosch, welke stad hem vooral boeide door de St.Janskathedraal. De zes jaren van zijn leraarschap waren voor hem niet gemakkelijk, ondanks de vriendschap die hij sloot met Anton Derkinderen.

In ’s-Hertogenbosch componeerde Diepenbrock de „Missain Die Festo” (1894) voor dubbel mannenkoor, tenorsolo cn orgel, „Te Deunt” (1897) en de „Reyzangen” naar Vondels Gijsbrecht. Diepenbrock vestigde zich na zijn vertrek uit Den Bosch in Amsterdam als privaat-leraar in oude talen. Hij huwde in 1895 met jkvr.Elisabeth de Jong van Beek en Donk.Bron: W. Pr. Enc. 1906.