Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

DEN DUNGEN

betekenis & definitie

gemeente, met 4.064 inwoners en een oppervlakte van 854 ha (1983). De gemeente heeft als gehuchten Hoek, Nijvelaar, Poeldonk en Woud.

Naam: oudtijds „op die Dunghen”, genoemd naar de drie donken, vruchtbare verheffingen van de bodem, t.w. Eikendonck, Hoydonck en Poeldonck. De naam is in verband gebracht met dung = mest, wijzend op vruchtbare grond. Wapen: Van lazuur, beladen met een beeld van de H.Jacobus van goud (staande op opkomende grond) (1818).

Geschiedenis: Den Dungen wordt voor het eerst genoemd in een akte van 1368 van het Bossche Protocol. Ook in 1372 werd melding gemaakt van deze plaats in een ordonnantie van schepenen, gezworenen en raden van ’s-Hertogenbosch verleend „aan de goede knapen die op den dungen woonachtig zijn binnen die vrijheit der stad van den Bossche”. De inwoners waren buitenpoorters van Den Bosch, waarheen zij hun tuinbouwprodukten brachten. Buitenpoorters werden ook beschouwd als burgers van de stad, dus met poortersrecht = burgerrecht. In 1451 kreeg Den Dungen een eigen kapel, maar bleef behoren tot de St.Jansparochie, die eerst in 1569 door de eerste bisschop van Den Bosch, Franciscus van de Velde, meer bekend als Sonnius, gesplitst werd in vijf delen, de St.Jan, de St.Pieter, St.Catrien, St.Jacob en de St.Jacobus te Den Dungen.

Tot 1795 staat Den Dungen ook in de burgerlijke administratie te boek als „Parochie van den Dungen, Vrijdom van ’s-Hertogenbosch”.

Op de Eikendonk stond in het begin van de 15e eeuw een klooster, eertijds van de Karthuizers, later van de Franciscanessen. In 1621 vertrokken de zusters uit Den Dungen. In 1701 werd het gebouw gesloopt. Op die plaats werd toen een herberg gebouwd, die inmiddels ook is verdwenen. Na de inname van de stad in 1629 werd gelast de katholieke kerken te ontruimen. Nadat de pastoor uit de plaats moest vertrekken werden de parochianen zoveel mogelijk geholpen door de abdijheren van Berne.

In 1650 kreeg Den Dungen weer eigen priesters, paters Minderbroeders uit Megen. In de tweede helft van de 17e eeuw kreeg ook deze plaats een schuurkerk aan de Koestraat, die later naar het verblijf van de paters uit Megen Paterstraat werd genoemd. In 1801 kregen de katholieken weer de beschikking over hun kerk, terwijl toen tegelijk de eerste steen voor een nieuwe pastorie werd gelegd. In 1892 werd een grote toren aan de ingang van de kerk gebouwd op de plaats van de in 1 772 gesloopte toren.

Den Dungen werd in 1810 een eigen gemeente. Hieraan grenst het dorp ’t Maaskantje, dat echter gemeentelijk onder Sint-Michelsgestel valt.

Monumenten: RK Kerk van de H.Jacobus de Meerdere, 16e eeuw met basilicaal schip en laag koor; neo-gotische toren uit 1892 van C. Franssen. Sluitsteen van gewelf in zuidbeuk geeft het jaartal 1553 aan.In 1927 werd de kerk vergroot met twee kruisarmen en zijkapellen. De kerk werd in 1956 o.l.v. prof. Frits van der Meer gerestaureerd. Het priesterkoor is nog van omstreeks 1500; het middenschip en de zijbeuken stammen uit 1533.

De kerk heeft een preekstoel met beeld van St.Jan de Doper uit Antwerpen, van 1832, en ook de beschikking over verschillende 17e- en 18e-eeuwe beelden. Enkele boerderijen.

De gemeente Den Dungen is aangesloten bij het Stadsgewest ’s-Hertogenbosch, waarmee in 1965 een begin werd gemaakt en waarin zeventien gemeenten samenwerken. Overheidsinstellingen: gemeentehuis Bosscheweg; postkantoor Mgr.Godschalkstraat 14; rijkspolitiebureau; Rijkswaterstaat Den Dungensebrug, Poeldonk 25.

Onderwijs: een kleuterschool; twee scholen voor basisonderwijs.

Sportaccommodatie: sportzaal, sportterreinen voor voetbal, handbal, korfbal, tennis en motorcross; plas voor o.m. hengelsport.

Bron: Inform. Gemeente Den Dungen; Geschiedenis van Den Dungen (overdruk), 1926.