Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

De bos- en watergeuzen hebben vele wrede mannen in hun gelederen gehad, zoals Wensel Berehmans uit Gorkum. ..Zwartje" genaamd, en Laurens Tilmnn. Lancelot. de bastaard van Brederode. Willem Blois van Treslong en Jan Omal, een oud-kannunik

betekenis & definitie

In Gorkum was de stadsregering nog koningsgetrouw onder de drossaard Casper Turek. die echter slechts over een kleine legermacht beschikte, die niet bestand bleek tegen de overmacht van de geuzen.

Op 24 juni verscheen een geuzensmaldeel voor de poorten van Dordrecht en op 25 juni verschenen er dertien schepen op de Merwede voor Gorkum. De avond tevoren had de bevelhebber. Casper Turck. zijn zoon Willem naar Utrecht gestuurd om de Spaanse bevelhebber Bossu om versterking te vragen, doch te laat. Van die zijde viel geen hulp meer te verwachten. Men verschanste zich derhalve in het kasteel, het laatste bolwerk, waar vooral de blauwe toren nog enige hoop bood. Ook veel katholieken uit de stad. onder wie een aantal priesters, zochten hier een onderkomen.

In de nacht van donderdag op vrijdag moest het kasteel zich overgeven, na de uitdrukkelijke verzekering te hebben gekregen dat allen een vrije aftocht vergund zou worden, óók de geestelijken. Maar met het misplaatste vertrouwen in het gegeven woord was het lot van de laatsten bezegeld: geen hunner zou nog vrij komen tenzij door een verzaking van zijn geloof. Een enkele burger heeft nog getracht hen te bevrijden door bemiddeling of door het betalen van een losprijs, maar het liep alles op niets uit. o.m. door verraad, onbetrouwbaarheid en omkoperij.

Enkele geestelijken konden de vreselijke folteringen. die volgden, niet doorstaan en vielen van hun geloof. De jonge broeder Hendrik, die als leeftijd zestien i.p.v. achttien opgaf, herkreeg hiermee zijn vrijheid. Hij werd knecht van Lumey's luitspeler maar ontsnapte en bekeerde zich later in een klooster in Den Bosch. Een ander was Willem van Luik. die zich ontpopte als een volbloed Geus. een geboren zeerover: hij vond uiteindelijk toch de dood aan de galg. Pontus de Huyter wist zich uiteindelijk door mooipraterij van de strop te redden en werd secretaris van Jan Omal. een afvallige kanunnik, bevelhebber onder Lumey. Omal werd in 1573 op bevel van prins Willem van Oranje onthoofd als straf voor zijn wreedheden.

Negentien man bleven echter volharden in hun geloof en na de afsehuvvelijkste vernederingen, lichamelijke en geestelijke mishandelingen, werden zij na dertien volle dagen en nachten afgevoerd naar een turfschuur van het klooster Te Rugge in Den Briel, waar zij werden opgehangen. Zelfs daarbij kende men geen erbarmen, bij de Jeruzalemvaarder Jeronymus werden eerst nog met messen kruisen in armen en borst uitgesneden. Nicasius van Heeze, geboortig uit Heeze. die theologie had gestudeerd in Leuven en in 1544 was ingetreden bij de minderbroeders, woonde in Leiden. Haarlem en tenslotte in Gorkum. Hem werd vijftig jaar oud. uit wraak voor zijn moedig optreden de strop door de mond gedaan waardoor hij een doodsstrijd van uren leed.

Twee lekenbroeders. Pieter van Assche, geboren in 1530 te Assche bij Brussel en lekebroeder bij de Franciscanen, en Cornelis van Wijk uit Wijk bij Duurstede van dezelfde orde werden rug aan rug opgehangen. De oudste priester. Willehad, negentig jaar, sprak weinig en bad veel. evenals Govaert van Melver uit het hertogdom Brabant (St. Truiden). Zelfs de simpele Govaert van Duynen werd niet ontzien; deze wereldpriester had theologie in Parijs gestudeerd, maar door een geestelijke storing werd hij ongeschikt voor de zielzorg, hij was zeventig toen hij. teruggekeerd in Gorkum voor een rustig einde, werd opgepakt en vermoord.

De ondergardiaan Jeronymus van Weert was door zijn omvangrijke gestalte en rode gelaatskleur het mikpunt als het prototype van de echte monnik uit de schimpliedjes. Te Weert geboren in 1522 werd hij minderbroeder en vervolgens pastoor in Goirlc. Na in Jeruzalem te zijn geweest, werd hij ondergardiaan van het Gorkumse Franciscanenklooster. Hij las de geuzen nog de les door te zeggen, dat hij zelfs in de landen in het oosten niet zulk een beestachtig optreden had gezien als hier. Claes Pieck uit Gorkum was bij zijn dood nog geen 38 jaar oud; uit goede familie afkomstig had hij de stadsschool te 's-Hertogenbosch bezocht en was ingetreden bij de minderbroeders m die stad. waar hij theologie studeerde en gardiaan werd bij de minderbroeders te Gorkum; hij herstelde er de regeltucht en zorgde voor een goede verstandhouding met stadsregering en burgerij, was de geestelijke vader van de jongere priesters, vooral van broeder Hendrik, die op het laatste moment toch afviel. Deze moest op last \an de beulen na de terechtstelling het lichaam van gardiaan Pieck nog extra verminken door het te doorschieten met een haakbus. François de Rove geboren te Brussel was juist twintig bij de executie.

Op 3 juli deed François van Broekhuizen nog een poging Willem van Oranje in te lichten omtrent de gevangenneming van de priesters. De prins antwoordde door middel van een brief, waarin uitdrukkelijk werd bevolen geestelijken ongemoeid te laten en hun gelijke rechten te verlenen als burgers. Maandag 7 juli werd deze brief bezorgd bij Marinus Brant. stadscommandant van Gorkum. Deze stuurde een afschrift naar Lumey in Den Briel door middel van stadspensionaris Jan Splinter, die naast het overleggen van Oranjes brief ook wees op de gegeven waarborgen bij de overgave van het Gorkumse kasteel. Lumey antwoordde echter dat hij vastbesloten was de dood van de graven van Egmont en Hoorne te wreken en geen bevelen wenste aan te nemen van de prins van Oranje. Hiermee stond het doodvonnis voor de standvastige negentien geestelijken vast. Tegen de morgen van de 9de juli 1572 had de terechtstelling plaats.

In 1616 werden de lijken opgegraven door twee minderbroeders en heimelijk naar de zuidelijke Nederlanden overgebracht; in 1619 volgde het eerste proces voor de zaligverklaring, die in 1675 te Rome werd gevierd. In 1867 volgde de heiligverklaring door paus Pius IX. Vooral in het Haarlemsche bisdom is in die tijd een grote verering voor de martelaren van Gorkum op gang gekomen.

Uit Noord-Brabant afkomstig waren; Lenaert van Vechel, geboren te 's-Hertogenbosch in 152, studeerde te Leuven vrije kunsten en theologie, was wereldpriester en werd in 1566 benoemd tot pastoor te Gorkum. In de zomer van 1571 werd hem een standplaats in Gouda aangeboden maar hij verkoos in Gorkum te blijven, waarmee hij zijn eigen doodvonnis tekende. Adriaan van Hilvarenbeek. geboren ± 1528. was Norbertijn in het klooster der Witheren te Middelburg. later pastoor te Aagtekerke en in 1572 pastoor van Monster. Als zodanig was hij een steun v oor zijn broer Jacques Lacops. die v an zijn geloof was afgevallen en de nieuwe leer aanhing. doch zich weer bekeerde en in 1572 een van de negentien martelaren werd. Hun vader, die bij hen op de pastorie woonde, bleef tot het laatste toe bij de terechtstelling en spoorde zijn zoons aan in hun geloof te volharden.