Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

CUPPEN, JAN

betekenis & definitie

(Boxtel 1930), studeerde na HBS-B van 19491951 aan de Academie van de RK Leergangen te Tilburg, behaalde Akte MO A Tekenen; volgde van 1951-1953 de Rijksnormaalschool voor opleiding van tekenleraren te Amsterdam, behaalde akten MC en MB tekenen, stud. o.m. bij Jan van Tongeren en Johan van Zweden; stud. van 1953-1956 aan de Rijksacademie te Amsterdam, afd. vrij schilderen (prof. G.

Rölingen prof. Jan Wiegers). In 1957 volgde zijn eerste tentoonstelling in ’s-Hertogenbosch bij Kunsthandel Borzo. Cuppen was in 1957 en 1958 leraar aan het Mgr.Zwijsencollege te Veghel, en van 1958-1982 docent aan de Academie van de Kath.Leergangen te Tilburg.Hij nam in 1958 deel aan de reizende Starttentoonstelling, won in 1959 de 3e prijs van de Willink van Collenprijs (Arti et Amicitia Amsterdam); kreeg in 1961 de Thérèse van Duyl-Schwarze-medaille van de vereniging St.Lucas te Amsterdam; exposeerde de daarop volgende jaren in Den Haag, Van Abbemuseum Eindhoven, de Beyerd in Breda, Amsterdam, Delft, Bergen op Zoom, Hilversum, Oisterwijk en Oosterhout, Vught en Tilburg. In 1983 werd een door hem gemaakt portret geëxposeerd op de tentoonstelling verbonden aan de portret-prijs Louis Weiler. georganiseerd door de Académie des Beaux Arts te Parijs.

Jan Cuppen heeft zich een 10-tal jaren in de kunstkritiek bewogen, met bijdragen aan de radio-rubriek: KRO’s-Kunstkroniek.