Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

BUDEL

betekenis & definitie

gemeente in Zuid-Oost-Brabant, bestaande uit Budel, Budel-Dorplein en Budel-Schoot, alsmede uit Berg. Bosch.

Broekkant, Heesakker, Heikant, Keunenhoek, Klein-Schoot, Locht, Meemortel, Midbuul, De Root, Schoordijk en Toom.Inwoners: 11.544 (1983); oppervlakte: 4032 ha.

Ligging: tussen Soerendonk, Maarheeze, Weert, Bocholt en Hamont, in het zuidelijkste deel van Noord-Brabant, grenzend aan de provincie Limburg en aan België.

Wapen: Van lazuur, beladen met drie horens van goud, het schild van achteren vastgehouden door een adelaar van goud (1817). Geschiedenis: In de prehistorie zorgden resp. de Rijn en de Maas voor afzettingen. Er werden in Budel vele vondsten gedaan. Deze streek werd omstreeks 700 gekerstend. Budel wordt in 714 reeds genoemd als Budelio, toen Pepijn van Herstel, hofmeier van de Frankische koning, goederen in Budelio schonk aan de OL Vrouwekerk van Chèvremont bij Luik. De schenking ging later over naar de OL Vrouwekerk van Aken. Deze akte van 714 werd in 779 door keizer Karel de Grote bekrachtigd.

Omstreeks 1245 behoorde Budel tot het vrijgoed van de heren van Cranendonck en vermoedelijk voor 1 100 tot het Land van Horn. In 1421 werd het ingelijfd bij de Meierij van 's-Hertogenbosch en ingedeeld bij het kwartier van Kempenland. Jan van Schoonvorst, heer van Cranendonck en Eindhoven, verklaarde toen, dat het een Brabants leen was, dat ,,voirtaen eewelic duerende bliven sal aent Lant van Brabant".

Omdat Budel gelegen was op de grens met Gelre werd het herhaaldelijk betrokken bij de strijd tijdens de oorlogen tussen Brabant en Gelre. In 1504 werd het dorp door de Geldersen verbrand, terwijl het in 1654 te lijden had van plunderingen door de Spanjaarden. Bij de beeldenstorm in 1566 werd de Budelse kerk van binnen verwoest. Gedurende de generaliteitsperiode werd ook deze kerk voor de katholieken gesloten. De bevolking was toen aangewezen op schuil- en schuurkerkjes, waarvan er een onder Nederweert werd opgericht. Pas in de Franse tijd kwam daarin verandering.

Het duurde tot 1861 voordat Budel een verharde weg-verbinding kreeg, waardoor het dorp meer ontsloten werd. Hierin kwam nog meer verbetering door de aanleg van de spoorlijn, die van Antwerpen over Budel naar München-Gladbach liep en in 1879 gereed kwam. Budel kreeg toen ook de beschikking over een eigen station. Door deze ligging aan het spoor en aan de Zuid-Willemsvaart werd in 1892 op Budels grondgebied een zinkfabriek opgericht door de Waalse familie Dor. waardoor een nieuw dorpDorplein ontstond, compleet met kerk, postkantoor, school, wijken en zelfs een gevangenis. Ook Budel-Schoot werd hierdoor uitgebreid. Budel heeft verschillende parochies: OL Vrouw Visitatie in Budel, de Goede Herder, OL Vrouw Visitatie in Budel-Schoot en de H.Jozef in Budel-Dorplein.

Daarnaast zijn er enkele kloosters, van de zusters van Liefde en Huize St.Jozef in Dorplein en een bejaardencentrum Marienburght. In Budel staat een N.Hervormde kerk, waarin ook de Deutsche Evangelische Gemeinde Budel is gevestigd: deze kwam tot stand door de vestiging van de Duitse Legerplaats onder Budel. Er is ook een Koninkrijkszaal van Jehova’s Getuigen.

Middelen van bestaan: Vanouds is landbouw de belangrijkste bestaansbron; vroeger woonden in Budel ook verschillende teuten, rondreizende kramers. Er is een brouwerij gevestigd. Bekende inwoners: dr. Anton Mathijsen (18051878), uitvinder van het gipsverband. In 1946 werd voor hem een monument opgericht, vervaardigd door Jac. Smout.

Recreatie: de omgeving van Budel is rijk aan bossen, die lopen van Weert, via Valkenswaard tot aan Heeze-Leende. Budel heeft een overdekt zwembad en een sportpark, een sport- en recreatiecentrum Harry Derkx, genoemd naar een van de Budelse burgemeesters (zie ook Derkx), de gemeenschapshuizen, een in Budel, in Budel-Schoot en in Budel-Dorplein.

In de gemeente is een klein vliegveld aangelegd, waar de vliegclub De Kempen is gevestigd en waar vlieglessen worden gegeven.

Monumenten: het zogenaamde schepenhuis, voormalig raadhuis, uit 1771, ontworpen door Hendrik Verhees.

Kerk van OL Vrouw Visitatie, van C. Fransen, neogotiek, gebouwd van 1904-1912; hervormde kerk, zaalkerkje uit 1812; enkele 17e-eeuwse topgevels, op Markt en aan de Nieuwstraat. Molens: Ronde stenen bergkorenmolen „Nooit gedacht” uit 1846 en ronde stenen bergkorenmolen „Zeldenrust” uit 1869. In Budel-Schoot achtkante bergkorenmolen „Jansona”, in 1937 uit Venlo naar Budel overgebracht.

De gemeente Budel is een van de weinige Noordbrabantse gemeenten, die niet zijn aangesloten bij een agglomeratie, stads- of streekgewest. Er bestaat wel een intergemeentelijke samenwerking voor wat betreft vuilverwerking en milieudienst met de regionale dienst in Weert; er werd in 1984 wel een voorkeur uitgesproken voor samenwerking met Zuid-Oost-Brabant.

Overheidsinstellingen e.d.: gemeentehuis, Capucijnerplein 1, Budel; rijkspolitie groep Budel, Capucijnerplein 38, Budel; postkantoor, Markt lb, Budel; postagentschap, Gootschoterweg 100, Budel-Schoot.

Vliegveld: voor lichte vliegtuigen en helicopters vliegveld Budel;

Duitse legerplaats, waar 2500 militairen permanent zijn gevestigd en waar jaarlijks 10.000 recruten worden opgeleid.

Onderwijs: drie kleuterscholen, vier lagere scholen in Budel; lagere technische school, IHNO, MAVO te Budel; een kleuterschool in Budel-Schoot, evenals twee scholen voor basisonderwijs; een kleuterschool en een basisschool in Budel-Dorplein.

Sportaccommodaties: overdekt zwembad ’t Ekkerbad, openluchtzwembad; grote gemeentelijke sporthal; schietterreinen; diverse sportvelden.

Gedenkteken: een beeld als gedenkteken aan de in dit dorp geboren dokter Anton Mathijsen (1805-1878), de uitvinder van het gipsverband.

Het beeld is gemaakt door Jac Smout. Legende: Budelse weerwolf figuur uit volksverhalen; de enige man in Budel, die weerwolf was, droeg om zijn lijf een stevige leren riem. Alleen als hij die droeg, had hij macht over de mensen. Op zekere dag verstopte deze man zijn riem onder een heg en toen de mensen hem zonder zijn riem naar de hei zagen verdwijnen om plaggen te steken, zochten ze net zolang tot ze de riem hadden gevonden. Toen gooiden ze de riem in het vuur. Nauwelijks begon de riem te branden of daar kwam de weerwolf-man aanrennen en ze moesten hem vasthouden om te voorkomen dat hij in het vuur zou springen. Toen de riem helemaal was verbrand veranderde de weerwolf-man weer in een gewone brave man en Budel was niet meer bang van hem.

Bron: Inform. gemeente; gemeentegids; S.Winkelmolen: Budel en Cranendonck; Kunstreisboek, 1977.