Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

BOVENDONK

betekenis & definitie

aanvankelijk een wijk in de gemeente Hoeven; was vroeger een hof van de Bernardusabdij van Hemiksem; na 1559 verwierf het bisdom Antwerpen de goederen en de rechten van deze abdij te Hoeven. De uithof brandde in de 80jarige oorlog af.

In 1635 werd Bovendonk herbouwd en opnieuw buitenverblijf van de bisschop van Antwerpen; onteigend door de Fransen en in 1800 overgedragen aan de Bataafse Republiek. In 1811 was het hof eigendom geworden van de moeder van Napoleon. Koning Willem I stelde het in 1816 ter beschikking van het vicariaat van Breda. In 1817 werd hier het groot-seminarie van het bisdom gevestigd, dat in 1809 op het landgoed Ypelaar onder Ginneken was begonnen. In 1903 kwam de nieuwbouw van het seminarie van Bovendonk tot stand, naar ontwerp van de architect dr. Cuypers, in neogotische stijl.

Hierbij werd in 1923 een kapel gebouwd naar ontwerp van J. Cuypers. Tot 1967 is Bovendonk als seminarie in gebruik gebleven. Na vele jaren van leegstand werd in 1979 in Bovendonk een centrum gevestigd voor bezinning, ontmoeting, vorming en expressie, een levensgemeenschap op Franciscaanse basis als kerkelijke stichting. Hier worden ook mensen opgeleid, die op latere leeftijd besloten hebben priester te worden.Bron: dr. H. van Velthoven: Brabant, een gew. in opk.