Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

BORKEL EN SCHAFT

betekenis & definitie

kerkdorp onder de gemeente Valkenswaard; aanvankelijk twee afzonderlijke kerkdorpen, die in 1810 werden afgescheiden van Bergeijk, Westerhoven en Riethoven en een eigen gemeente gingen vormen. In 1934 werden Borkel en Schaft met Dommelen opgenomen in de gemeente Valkenswaard.

Omstreeks 1400 werd te Borkel reeds een kapel opgericht. In Schaft stond in het begin van de 16e eeuw een bedehuis.

Van 1626 tot 1658 behoorden beide dorpen met Bergeijk, Westerhoven en Riethoven bij de heerlijkheid, die aan Rogier van Broekhoven was verpand.

In 1818 kreeg de gemeente Borkel en Schaft als wapen: een schild van lazuur, beladen met een ploeg van goud.

Ter vervanging van de kapellen en schuurkerken, die zowel in Borkel als in Schaft lagen, werd in 1844 tussen beide dorpen een nieuwe kerk gebouwd, waarbij ook een nieuwe kern ontstond.

De gemeente Borkel en Schaft was 2473 ha groot en grensde in het westen aan Bergeijk en Westerhoven, in het noorden aan Westerhoven. Dommelen en Valkenswaard, in het oosten aan Valkenswaard en Achel en in het zuiden aan Achel en Neerpelt.

In 1866 kreeg de gemeente een halteplaats aan de spoorlijn Eindhoven-Achel, welke echter in 1938 werd opgeheven, terwijl de lijn zelf in 1940 werd gesloten.

Tijdens de beschieting van Borkel en Schaft in september 1944 werd de parochiekerk zwaar re.-ekadigd. In een stal in Borkel en in een stal in Schaft werd toen mis gelezen. In 1947 kon de gerestaureerde kerk weer in gebruik worden genomen.

Bron: Dom. de Jong: Het kerkdorp Borkel en Schaft, 1951.