Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

BERNE, ABDIJ VAN

betekenis & definitie

gesticht in 1134 in Berne bij Heusden, vanuit Mariënweer, bij Beesd, dat sinds 1129 bestond. Berne is daardoor een achterkleindochter van Premonstré.

De abdij bezat goederen in het Land van Heusden, het Land van Altena, Utrecht, het Land van Maas en Waal en in Noord-Brabant. Ontving op het einde der 12e eeuw Bernheze onder Heeswijk-Dinther; kreeg vele schenkingen van feodale heren, vooral tussen 1130 en 1180 en tussen 1240 en 1280. Omstreeks 1300 kwam het bezit op 3000 ha. In 1421 bij de St.Elisabethsvloed ging veel grond van Berne verloren. Berne werd aanvankelijk beschouwd als een Hollandse abdij, omdat het merendeel der goederen in het Hollandse gelegen was. In 1572 werd de abdij overvallen en vernield.

Er werd toen een refugiehuis in ’s-Hertogenbosch in gebruik genomen. In 1609 kreeg Berne de patronaatsrechten van de kerken van Oudheusden, Hedikhuizen, Vlijmen en Engelen. In 1648 werd de abdij officieel „opgeheven” door de Staten van Holland; de leden mochten geen priesterfuncties meer uitoefenen. Ook de abdijgoederen in Heeswijk, Berlicum en Lithoijen werden aangeslagen. In het vrije graafschap Bokhoven en in de buurtschap Bed af onder Uden werd echter verder gewerkt.In 1649 betrok de abt het speelhuis, een slotje te Heeswijk-Dinther. Tussen 1623 en 1629 bewoonden de abdijheren het rijke fraterhuis aan de Hinthamerstraat te 's-Hertogenbosch. tot aan de val van de stad. Vanuit de vrije gebieden in Noord-Brabant bleef men de parochies zoveel mogelijk bedienen. De abt verbleef een tijd in Vilvoorde, maar de abdijheren werden in 1798 daaruit verdreven en vestigden zich in hun bezitting onder Eleeswijk. In 1805 kwam de beslissing van Rome af, dat de abt zich kon laten mijteren. Bij het slotje in Heeswijk werd in 1857 de abdij gebouwd; de kapel van 1878 werd in 1926 vergroot tot abdijkerk. Kort daarna werd ook het kloostergebouw op grote schaal uitgebreid.

Bron: Berne, gedenkboek.