Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

BBA

betekenis & definitie

Brabantsche Buurtspoorwegen en Autodiensten. streekvervoerbedrijf, voortgekomen uit de NV Zuider Stoomtramweg Maatschappij te Breda, waarmee in 1880 werd begonnen door de opening van de stoomtramweg Breda-Oosterhout. De concessie-aanvraag hiervoor was ingediend door S.

Brons en J. Levelt in 1879. Op deze lijn kwam de tweede stoomtram van Nederland in gebruik. In 1881 kwamen de uitbreidingen van Oosterhout naar Geertruidenberg en naar Dongen tot stand. In 1904 kwam er de lijn Dongen-Tilburg bij. Inmiddels waren er tussen 1881 en 1897 nog negen andere tramwegmaatschappijen operationeel geworden, waaronder twee van Belgische origine, zoals de Hollandsche Buurtspoorwegen.

De Zuider Stoomtram BV ging in 1923 met eigen bussen rijden. De Hollandsche Buurtspoorwegen volgde in 1926 en De Meijerij in 1929. In Noord-Brabant waren in 1928 naast de zes overgebleven tramwegmaatschappijen nog circa zeventig particuliere autobusdiensten in exploitatie met vergunning van Gedeputeerde Staten. In 1934 droegen de zes tramwegmaatschappijen in Noord-Brabant de exploitatie der lijnen en in 1935 alle eigendommen over aan de nieuw opgerichte NV Brabantsche Buurtspoorwegen en Autodiensten BBA, waarin ook het rijk en de provincie deelnamen. Door de BBA werden later nog een aantal autobusdiensten overgenomen, zoals de diensten van de DARVI te Bergen op Zoom, Van de Merbel te Dinteloord, Van Eijck van de Boer te Asten, terwijl ook de exploitatie van de lijnen van de NV Tramweg Mij ’s-Hertogenbosch-Vught-Voorburg in handen van de BBA kwam. Ook de ATO-lijnen werden overgenomen, evenals de diensten van De Bruijn te Willemstad.

Van Asten te Asten en Maas & Vingerhoets in Lade-Mierde en Tilburg. Daarnaast wisten enkele particuliere maatschappijen een afgerond gebied te verwerven, zoals de EMA in Valkenswaard, de ALAD te Wijk en Aalburg, terwijl in het oostelijk deel van de provincie de Zuid-Ooster Autobusdiensten ontstond, door samenvoeging van twee dochterondernemingen van de Nederlandse Spoorwegen, t.w. de NV Vitesse en de Maasbuurtspoorwegmaatschappij.Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest het aantal diensten worden ingekrompen. Waar nog gereden werd gebeurde dat op persgas, turf en hout. Een groot deel van het materieel werd door de Duitsers in beslag genomen. Direct na de oorlog werden vrachtauto’s voor personenvervoer ingezet, de zogenaamde ,,belwagens”, spoedig vervangen door nieuwe bussen. In de periode 1945-1950 begon de BBA ook met stadsdiensten. De laatste dienst werd eind 1983 overgenomen in Bergen op Zoom van Marijnissen BV.

In diverse plaatsen werden garagecomplexen gebouwd. Ook werd door de BBA een buitenlandse activiteit opgezet in 1950 door de oprichting van het autoreisbureau BraBenA. De BBA beschikt thans (1984) over meer dan 120 stadsbussen en 220 streekbussen, alle van DAF en Volvo. Er zijn 830 chauffeurs bij de BBA in vaste dienst.

Bron: Jubileumnummer BBA-nieuws, 1955; De Stem.