(1510-Namen 1578), baron, later graaf, heer van Floyon en Haltepenne, ridder van het Gulden Vlies en opperjagermeester van Brabant, Namen en Vlaanderen, raad van State; vormde met Granvelle en Viglius een alles besturend driemanschap; werd bij de komst van Alva benoemd tot opperveldtuigmcester en lid van de Raad van Beroerte. Van hem zou het schimpwoord „geuzen” afkomstig zijn.
Bron: Winkler Prins Enc., 1905.