Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

BADINGS, HENK HERMAN

betekenis & definitie

(Bandoeng 1907), componist, stud. aan TH Delft in de geologie, behaalde de ingenieurstitel in 1931 cum laude; in 1934 hoofdleraar compositieleer Rotterdam; Badings kreeg voor het eerst bekendheid doordat Mengelberg werken van hem uitvoerde, werd in 1941 tot 1945 directeur Rijksconservatorium in Den Haag, in oorlogstijd als opvolger van Sem Dresden; lid van de Ned. Kultuurraad.

Badings werd in 1962 hoofdleraar compositie te Stuttgart. Hij kreeg in 1961 een leeropdracht voor akoestiek en elektronische muziek in Utrecht; hij was vanaf 1952 al op experimenteel gebied bezig. Prof. ir. Badings vestigde zich in Noord-Brabant, in Maarheeze. Badings werd een vooraanstaand componist van moderne muziek: hij schreef o.m. diverse symfonieën, symfonievariaties, ouvertures voor orkest, orkestsuites, gedenckclanck, vioolconcerten, celloconcerten, sonates voor piano, viool en piano, kamermuziek, liederen, koorwerken en toneelmuziek; componeerdeo.a. in opdracht van de gemeente Lieshout: Lieshout en zijn molens.