(Deurne 1924-Kerkduin 1968), pseudoniem voor Obers; dichter; werkte mee aan vele kranten en tijdschriften, o.m. Nieuwe Eeuw, Merediaan en Nieuwe Stemmen; publiceerde een 20tal dichtbundels; Jeugdalbum (1944), Fragmenten (1945), Bezonken keuze; Privéfeest (1955); Amsterdamse intermezzo (1956), Bagatellen; Zomaar mijzelf; Nu (1957); Eigen credo (1958); Toast op Den Bosch; Distels en doornen; Paspoort van mijn hart (1959); Vlinders en bijen rond Prima Vera (1960); De bergbeek (1965); Lichten en nevel (1966); Abita (1967); Een liefhebbend geheugen corrigeert (1968); hij stelde ook een bloemlezing samen van na-oorlogse dichters uit Noord-Brabant, Brabantia Nova.
Bron: D. Obers.
