Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

AFSCHEIDING, DE

betekenis & definitie

van 1834 van de protestantse gemeente van Genderen en Doeveren, waar ds H. Scholte voorganger was; van 1835 van Almkerk en Emmichoven, waar in 1836 zelfs soldaten werden ingekwartierd om de orde en rust te handhaven.

Er werd zelfs bepaald, dat niet-inwoners voorzien moesten zijn van een pasje om binnen te kunnen komen. De burgemeester van Emmichoven werd gedwongen ontslag te nemen, omdat hij lid van de afgescheidenen was. In Emmichoven volgde in 1837-1838 een tweede inkwartiering; later werd de marechaussee ingezet om regelmatig toezicht te houden. In 1840 werd de Afscheiding eindelijk erkend; begonnen werd toen met de Christelijk Afgescheiden Gereformeerde Gemeente, o.m. in De Werken, Almkerk, Drongelen. Uit de afgescheidenen ontstonden nog diverse groepen: Gereformeerde kerken onder het Kruis (weigerden de naam gereformeerd op te geven); de Drentse of Jofferspartij; de Middenpartij rompkerken; de Geldersen of Brummelkampianen. In 1854 werden de Drentsen, de Middenpartij en de Geldersen het eens: in 1869 kwam het tot een Vereniging van diverse Kruisgemeenten; dit werd uiteindelijk de Christelijk Gereformeerde Kerk.

In 1886 trad wederom een groep uit de Nederlandse Hervormde Kerk (Abraham Kuyper c.s.); daaruit ontstonden in 1892 de Gereformeerde Kerken in Nederland. Hiertoe behoorden vele afgescheidenen in het Land van Heusden en Altena.Bron: Drs. C. de Gast, De afscheiding van 1835 in Almkerk en Emmichoven; Godsdiensttwisten in het Land van Heusden en Altena, 1984.