Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

ADEL

betekenis & definitie

Tot de adel behoren mensen, die erfelijke voorrechten hebben verworven, waardoor zij het recht hebben een adellijke titel te voeren, zoals die van markies (b.v. van Bergen op Zoom), graaf (b.v. van Bokhoven, van Megen), ridder (b.v. Van den Bossche, de Rover), baron (b.v. van Boxmeer.

Boxtel. Heeze-Leende) en jonkheer.De adel ontstond in de Middeleeuwen. Krijgslieden, die zich in de strijd onderscheiden hadden of zij, die zich op een andere manier voor hun vorst, de hertog van Brabant, verdienstelijk hadden gemaakt door bijvoorbeeld krijgslieden of geld ter beschikking te stellen, werden beloond met grond en waardigheid, die zij in leen kregen. Deze rechten gingen al spoedig op de zoon over. De leenmannen gingen over tot het bouwen van kastelen in hun gebied en gingen die heerlijkheden, waaraan een bepaalde jurisdictie was verbonden, ook besturen.

In de vijftiende en zestiende eeuw verloor de adel geleidelijk aan zijn militaire macht.

Na de val van ’s-Hertogenbosch, en vooral na de vrede van Munster toen Noord-Brabant generaliteitsland werd, zijn vrijwel alle adellijke geslachten geleidelijk aan verdwenen of tot de boeren- of arbeidersstand overgegaan. De katholieken mochten geen bestuursfuncties meer vervullen. Degenen, die hier nog bezittingen hadden, werden zo hoog aangeslagen, dat zij die belastingen niet konden opbrengen en daardoor genoodzaakt waren hun kastelen en gronden te verkopen of te verlaten. Velen weken uit naar het buitenland, anderen gingen tot een mindere stand over. Bezittingen werden wel overgenomen door protestante adel. De heerlijke rechten, waarvan de adel profiteerde, werden in 1795 geheel afgeschaft.

In de 19e eeuw werden nog enkele geslachten in de adelstand verheven, zoals de Martini’s, De Jonge van Zwijnsbergen (1825) en de Van Rijckevorsel’s.

Degenen, die tot de adel behoren, moeten ingeschreven staan in het Stamboek van de Nederlandse Adel.

Bron: J. v. Oudenhoven: Beschr, v.d. Meyerye, 1649; jhr. mr. A. van Sasse van Ysselt, Tax., 1901; A. v. Oirschot: Middeleeuwse kastelen van N.-Brabant. 1981.