Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

VOLKSGELOOF

betekenis & definitie

Alles wat het volk met betrekking tot het buiten- en bovennatuurlijke voor waar houdt, onverschillig of deze opvattingen uit het volk zelf voortkomen, dan wel van boven zijn ‘afgezakt’ (bepaalde religieuze, filosofische of wetenschappelijke stellingen uit het verleden, door het volk vervormd).

Naast zgn. Elementargedanken vindt men ook in het Fr. F. Germaanse, antieke, joodse en christelijke invloeden, zonder dat het zich hierin onderscheidt van verwant F. en zonder dat deze elementen steeds gescheiden zijn. Eén voorbeeld: De heks (Fr.: tsjocnster) reist door de lucht en verandert zich in kat, haas, pad (a.); zij schaadt mens en vee door haar toverkunsten (b.); heeft een verbond met de duivel gemaakt (c.); houdt met andere heksen een heksesabbat (d.). Volgens Lily Weiser-Aall is

a. ontleend aan oud V., komt
b. overeen met Germaans heidense voorstellingen, stamt
c. uit de theologie der kerk in de M.E. en schuilt in d. Romaans-oriëntaalse overlevering. Het Fr. V. is nog lang niet compleet verzameld, nog minder geanalyseerd. Samenvatting is dus onmogelijk.

Zie: Repert., 358-359.