In het dorpsleven kende men tot in de 19de eeuw het woord V. enkel uit de kerk.
Als de predikant elders een V.-beurt had, stond de dienst in eigen dorp soms stil (slechte wegen, moeilijke reizen te voet, per trekschuit of wagen). ‘Op fakante-beurt preek je’ kreeg ook een ironische betekenis: vrijen met een meisje dat met een ander verloofd is. zie Predikantenleven.