Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

STOELTJESKLOK

betekenis & definitie

De S. zal 1650-1700 opgekomen zijn. Het model schijnt van de fraaie voorbeelden uit Zaanse klokkenmakerijen overgenomen, maar bij de S. beschermt een rond afdakje, waarvan een klokkekleedje kan hangen, de bellen boven het werk tegen stof.

De zijornamenten van de wijzerplaat zijn van gegoten lood, vaak zeemeerminnen. In de 18de eeuw ontwikkelde zich in Joure een bloeiende klokkenmakerij, die tot ca. 1820 S.en naar Zeeland verzond. Na 1860 niet meer gemaakt, tot in onze tijd een klokkenmaker, die verder meest reparaties verricht, weer met de vervaardiging begon. De antieke S.en zijn duur en gezocht, zie Schipperke, —>Staartstukklok.

Zie: Vr. F. XXVII (1924), 229-267.