Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

HOGERHUIS

betekenis & definitie

In de nacht 5-6.12.1895 werd bij gardenier Gabe Haitsma op de (hoek Schradijk-Hogedijk onder Britsum ingebroken en geschoten. Gearresteerd werden de broers Wibren, Marten en Keimpe H., revolutionair-socialistische arbeiders uit Beetgum, en op getuigenis van Haitsma en zijn huisgenoten Ymkje en Sieds Jansma (die de inbrekers eerst niet herkend hadden) veroordeeld tot resp. 12, 11 en 6 jaar.

Velen (O. Stellingwerf, J.

Hepkema, later A. van der Heide, P. J.

Troelstra) achtten dit onjuist. Beetgumers wezen Sybolt Alberda, Paulus van Dijk en Allard Dijkstra als schuldig aan.

Ze hadden zich tegen vrienden ook daarover uitgelaten. Een gevonden dievenlantaarn was een belangrijk bewijsstuk.Een landelijk H.-comité streed voor invrijheidstelling der H.en. Er werd veel gepubliceerd, tientallen vergaderingen zijn gehouden. Men sprak van klassejustitie. De rechtbank zou eer de socialistische beweging willen schaden dan recht doen. Alle pogingen tot revisie (P.J. Troelstra beledigde daarbij zelfs opzettelijk de officier van Justitie te Lwd.) mislukten.Troelstra kwam voor een maand in de gevangenis.

Door actie van ‘revolutionairen’ tegen ‘parlementairen’ werd bij het revisieproces van 1900 Z. van den Bergh advocaat der H.en. Deze was niet overtuigd van hun onschuld, mede daardoor mislukte de revisie. De volksstem bleef klinken. Ten slotte kwam er reductie van straf: Keimpe (♱1929) kwam in 1901 vrij, Marten (♱1936) in 1902, Wibren (♱5.1.1948) op 28.9.1905. Tot heden leeft bij velen onbevredigdheid over het verloop van deze Fr. Dreyfus-zaak; nog steeds staan tegenover elkaar een meerderheid die in de onschuld der H.en en een minderheid die in hun schuld, of in die van een groep van zes vrienden gelooft.

D. A. Tamminga schreef over deze kwestie een Fr. toneelstuk (1950).

Zie: P. van der Molen, De H.-tragedie (1954).