Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

BROL

betekenis & definitie

Dubbele brug met plein te Lwd., wrsch. reeds ca. 1400 aanwezig en lang marktplaats voor groenten, boter en kaas. Hier stond begin 16de eeuw het schavot en, eerst aan de N.-zijde, later (1615-17) aan de O.-zijde de kaak (tot 1685).

Aan de Z.-zijde (tot1684) het bierdragerswachthuisje bij de Bierkade aan de Kelders. Er waren in Frl. meer B.en (Franeker, Hallum, Ferwerd, Nijland, Oosthem, Hitsum, Oosterlittens). Wrsch. oorspr. 'lage, moerassige plaatsen’ en later ‘pleinen’.

Zie: V. A. (1853), 13-27; I. H. XXVII (1949), 10-12; Moerman, 43; Schönfeld, Veldnamen, 132.