Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

AARTSDIAKEN

betekenis & definitie

In de M.E. ambtenaar van de bisschop belast met visitatie en seend buiten de schrikkeljaren, met de institutie van pastoors en vicarissen behalve in moederkerken, en gerechtigd tot het maken van verordeningen. De bisdommen waren daartoe verdeeld in aartsdiaconaten.

In Frl. was de macht van de A. niet groot: de dekens namen de rechtspraak waar, zijn belastingen werden nauwelijks geïnd, op zijn institutierecht maakten de abten van Staveren, Dokkum, Mariëngaard en Lidlum inbreuk. Voor belastinginning en instituties zond de A. elk jaar een commissaris.

In de 16de eeuw trachtte hij de seend te herwinnen, eerst in Oostergo, ca. 1540 in Westergo.In het bisdom Lwd. was er onder Cunerus Petri slechts één A. met geringe bevoegdheid, Douwe Benedix, maar na Alva's vertrek eisten de vroegere A.en herstel van hun rechten, waaraan de bisschop tegemoet moest komen.

Zie: W. Nolet en P. C. Boeren, Kerkel. instellingen in de M.E. (Amsterdam 1951); S. Muller Fzn, Lijst van goederen en rechten van St. Jan; M. P. van Buijtenen, De grondslag der Fr. vrijheid (Assen 1953.)