Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

AANWAS

betekenis & definitie

(Recht van A., het recht op aangeslibde gronden). In de gefeodaliseerde gebieden kwam de A. de landsheer toe; volgens het Romeinse en hedendaagse recht de oevereigenaars.

Over het recht van A. in de Fr. M.E. is weinig bekend.

Omdat dorpen, vrij ver van de A. gelegen, hier veelal tóch een aandeel in hebben gehad, is het wrsch. dat toen de dijkplichtigen het recht van A. uitoefenden. Exploitatie van de A. geschiedde eerst gemeenschappelijk, of privé.

A., aan een reeds verdeeld gebied, viel aan de (nieuwe) oevereigenaars toe (vgl. het recht van opstrek.)Zie: J. P. Winsemius, Historische ontwikkeling, 118 e.v.