Vissersschip in diverse vormen. De A. van de I9de-eeuwse Noordzeevisserij te Wierum, Peasens en Moddergat had een rechte vallende steven, voerde fok, zeil en bezaanzeil en droeg op het waterschot vaak vrome rijmpjes.
De Lemster A. lijkt op de Fr. tjalk, maar voor de zeewaardigheid is het (overdekte) voorschip groter en hoger in verhouding tot het achterschip, waardoor de A. de ronde kop uit de golven opsteekt. Dit type zou de Lemster Pier de Boer in 1876 voor het eerst gebouwd hebben, maar reeds in 1871 worden in Lemmer ‘botaken’ vermeld.
De A. heeft landelijk bekendheid gekregen, doordat prinses Beatrix in 1957 door het Comité Varend Nederland een Lemsteraakjacht aangeboden kreeg, naar ontwerp van Hendrik de Boer, de kleinzoon van Pier de Boer. Bij wedstrijden wordt het zeiloppervlak vergroot door een bezaan en een ‘blyn’ (soms twee) aan zeil en fok.
Dit zijn losse, driekantige stukken doek, die de A. een vleermuisachtig uiterlijk geven.
