Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Wierdenafgraving

betekenis & definitie

Vanaf het laatste kwart van de 19de eeuw tot aan WOII is wierdegrond afgegraven. Wierdegrond werd gebruikt voor de bemesting van pas ontgonnen zand- en veengronden.

Het transport van de wierdegrond gebeurde hoofdzakelijk per schip. Daartoe werden vaak schipsloten gegraven tot aan de voet van de wierde.Door de afgraving ontstonden diepe gaten in de wierden, of werden onbebouwde wierden soms zelfs volledig afgegraven. Van de 587 wierden die Klok in 1974 in Groningen inventariseerde, bleken er 40 door afgraving geheel te zijn verdwenen. Van de allerkleinste categorie wierden (286 exemplaren) bleek de meerderheid niet aangetast, van de overige wierden bleek dat 38% te zijn.

Bij de commerciële afgravingen werd de wierdegrond tot op de oorspronkelijke kwelder weggegraven. De afgegraven percelen liggen lager dan hun omgeving omdat rondom de wierden bij de vele overstromingen, die voor de bedijking plaatsvonden, vaak een decimeters dikke laag klei was afgezet. Veelal worden ze in de winter als ijsbaan gebruikt. In enkele wierden zijn wetenschappelijke opgravingen verricht, zoals in de Tuinster wierde bij Leens. De bekendste is echter de wierde van Ezinge, die onder leiding van A.E. van Giffen in het begin van de jaren ’30 is onderzocht. Hierbij werd veel inzicht verkregen in de ouderdom, de verschillende fasen van ophoging, de boerderijbouw, het vee en de gewassen die men verbouwde.

[Meijering]

Lit.: R.H.J. Klok, ‘Terpen zullen ons een zorg zijn', CVA 1974-1975,129-167.

< >