(Groningen 1913 - Amsterdam 1982)
Schrijver en journalist, die eveneens onder de pseudoniemen Carel J. Bicker en A. Ferwerda heeft gepubliceerd. Visser schreef gedichten, autobiografische en historische verhalen, novellen, romans, kinderboeken, detectives en studies. Hij debuteerde in 1936 als dichter in het tijdschrift De Vrije Bladen, waarna hij zich al snel ontpopte als de spil van het Groninger artistieke leven. Zo was hij een van de drijvende krachten achter de kunstenaarsvereniging Het Drieluik, waarin zowel de literatuur als de muziek en de schilderkunst waren ondergebracht.
Hoewel hij kort na de oorlog naar Amsterdam verhuisde, bleef Groningen in zijn boeken soms toch nog een belangrijke rol spelen. In 't Peerd van Ome Loeks (1970) beschreef hij zijn herinneringen aan zijn geboortestad. Rudolf de Mepse. Het monsterproces van Faan (1945) is een boek over het proces tegen 22 mannen die in 1731 door toedoen van Rudolf de Mepsche terecht werden gesteld op beschuldiging van sodomie. In 1958 ontving hij de Hendrik de Vriesprijs.