(Berlijn 1832 - ’s-Gravenhage 1906)
Werd in Berlijn opgeleid tot internist en in 1866 in Groningen tot hoogleraar benoemd. Hij deed moeite de medische faculteit en het Academisch Ziekenhuis te moderniseren. Hij vestigde een traditie van klinische patiëntgerichte geneeskunde. Hij was tevens een begaafd docent. Toen hij in 1873 naar Leiden vertrok, volgde een deel van de studenten hem.
Lit.: Academica Groningana MDCXIV-MCMXIV (Groningen 1914); NNBW IV, 1169-1170.