Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Overdiep, gerrit

betekenis & definitie

(Leysin, Zwitserland 1919 - Groningen 1998)

Jurist. Zoon van G.S. Overdiep. Wegens ziekte van zijn vader verbleef het gezin bij zijn geboorte in Zwitserland. In Apeldoorn doorliep hij het stedelijk gymnasium. Hij studeerde rechten in Groningen en legde in 1943 het doctoraal examen af.

Zijn eerste publicatie betrof de landtrekkers in Drenthe. Gezien zijn rechtssociologische onderwerp koos hij de Utrechtse jurist J.J.M. van der Ven als promotor. Het onderwerp van zijn proefschrift, De rechtsbescherming van de feitelijke verhouding tussen het onwettige kind en zijn ouders, gezien in het licht dier verhouding in Drente (1955), tekent zijn gevoel voor menselijke problematiek en tragiek. Dat blijkt ook uit zijn latere studie De strafzaak tegen IJje Wijkstra (1979).

Na in Assen aan de rechtbank gewerkt te hebben, werd hij in 1947 verbonden aan de arrondissementsrechtbank te Groningen, waarvan hij president was van 1975-1986. Overdiep was een erudiet en eigenzinnig rechtspreker, een spraakmakend magistraat. Dat bleek allerduidelijkst toen hij in 1981/ 1982 als rechter optrad in de kwestie rond de Groninger kraakbeweging die hem beschuldigde van rechterlijke willekeur met de leuze: Demp Overdiep.

Van zijn strijdbaarheid en vasthoudendheid, zijn historische belangstelling en kennis, zijn passie voor en zijn kennis van de Noord-Nederlandse krijgsgeschiedenis getuigen o.a. De slag bij Ane 1227 (1977) en zijn algemeen geroemd opstel ‘De Groninger schansenkrijg 1589-1594’, in: P. Brood (red.), Van Beeldenstorm tot Reductie in Groningen (1994) 53-102. Met de reconstructie van de vesting Bourtange heeft hij iets uit het Groninger verleden voor altijd zichtbaar gemaakt. [Linssen]

Lit: J. Boersma en C. Jörg (red.), Ere-Saluut. Opstellen voor mr. C. Overdiep (Groningen 1995) (met bibliografie); ).W. Boersma. ‘In Memoriam Gerrit Overdiep’, GHJ 1999, 106-109.

< >