Gron.: Midwolle.
Dorp in de gemeente Scheemda, ten N.O. van de hoofdplaats en ten N. van Winschoten; tot 1990 hoofdplaats van de gemeente Midwolda, met als overige dorpen en gehuchten Oostwold, Goldhoorn (deels), Oostwolderpolder, Scheemdermeer (deels), Niesoord, Meerland, Ekamp (deels) en Kromme Elleboog (deels).
In de Middeleeuwen was Midwolda de hoofdplaats van het Wold-Oldambt. Het Middeleeuwse dorp lag ten N. van het huidige dorp en werd ten gevolge van wateroverlast herhaaldelijk verplaatst. De kerk overleefde de Dollard-overstromingen en afbraak volgde pas nadat in 1667 een toren was ingestort. In 1951 werd op het terrein archeologisch onderzoek verricht. Dit leverde echter geen duidelijke kerkplattegrond op. In 1994 werd opnieuw onderzoek op het terrein gedaan.
Hieruit bleek dat de kerk een laat-romaanse, overwelfde basilica was, te dateren in de laatste helft van de 12de eeuw. De aan Johannes de Doper gewijde kerk had vier torens, twee aan de westzijde, ten weerszijden van een massief westwerk, en twee kleinere torens in de hoeken van de overgang van het schip naar het koor (koorhoektorens). Met een lengte van bijna 60 meter was de kerk groter en door de vier torens ook imposanter dan de stad-Groninger Sint-Maartenskerk in haar romaanse gedaante. Het kerkterrein is nog steeds een markante hoogte aan de Kerkelaan; inmiddels is het een beschermd archeologisch monument.
De huidige hervormde kerk (1738-1740) is een brede zaalkerk met een toren uit 1708. Het meubilair stamt uit de bouwtijd. Het Hinszorgel uit 1772 heeft een rijk gesneden kas in Lodewijk XIV-stijl van L. Bekenkamp. Voor de kansel liggen enkele grafzerken, o.a. van W. Schortinghuis en zijn zoon.
In Midwolda staat de Ennemaborg, in oorsprong een 14de-eeuwse borg en in ca. 1700 als landhuis herbouwd. Tegenwoordig atelier en galerie van de kunstenares Maya Wildevuur, daarvóór zetel van Stichting Het Groninger Landschap. Het koetshuis is nu een restaurant. Achter de buitenplaats ligt het oude landgoed, nu een natuurreservaat met een oppervlakte van 426 ha (bos, akkerland, weidegrond); er lopen o.a. wilde tarpanpaarden.
In 1558 Midwolde = het in het midden gelegen wold (dorp).
Schimpnamen voor de inwoners: Neuzebieters, Eerappeldoggen, Kraaikoppen. Eerappeldoggen komt ook in de wijde omgeving voor, nl. in Wagenborgen en Vriescheloo.
Lit.: T. Kiewiet, Ned. Herv. Kerk Midwolda (Midwolda 1988); P.A. Geluk, 800 Jaar gemeente van Christus te Midwolda (Midwolda 1988); J.P. Koers, Oude ansichten van Midwolda en Oostwold (Scheemda 1982).