(Assen 1903 - Rome 1986)
Liberaal politicus. Zoon van Jan Linthorst Homan en Jeannette Madelaine Staal. Linthorst studeerde rechten in Leiden. In 1937 werd hij Commissaris der Koningin in Groningen. Zijn gevoel voor gemeenschapszin bracht hem tot de instelling van de Groninger Dagen en De Groninger Gemeenschap, die beide op uiteenlopende wijze de verschillende maatschappelijke groeperingen en gezindten in de provincie bijeen wilden brengen en het gevoel van saamhorigheid versterken. In juni 1940 was hij medeoprichter van de Nederlandse Unie.
In augustus 1941 werd hij door de Duitse bezetter ontslagen, maar vanwege zijn aanvankelijk loyale opstelling in mei 1945 niet in zijn ambt hersteld.
Lit.: J. Linthorst Homan, ‘Wat zijt ghij voor een vent’. Levensherinneringen (Assen 1974); BWN III, 383-385.
