Vanouds de omheinde ruimte rondom een kerk, met een bijzondere rechtspositie: binnen het kerkhof was vete verboden en golden voor misdrijven zwaardere straffen dan erbuiten. In de Middeleeuwen gold er asielrecht; vervolgden vonden er veiligheid.
Het kerkhof fungeerde als begraafplaats en als gerechtsplaats; ook werd er vergaderd en kermis gevierd; het diende als speelplaats en bleekveld. Te Nuis, Oldehove, Sebaldeburen en Tolbert werden op de respectievelijke kerkhoven tot in de 16de eeuw jaarlijks de buurrechters en grietmannen aangezworen. De omheining kan bestaan uit een heg, een muur of een gracht, dikwijls vergezeld van een rij bomen. Een hek, poort, soms een toren gaf en geeft toegang. Binnen de omheining liep een pad rondom het kerkhof, waarover de dode naar het graf werd gedragen. Uit het dorp en zijn omgeving voerden kerkpaden en lijklanen naar de kerk en het kerkhof. Op het kerkhof vond het begraven in rijen plaats: deze rijen zijn meestal aangegeven door de in de noord- en zuidmuur van de kerk gemetselde en genummerde stenen, respectievelijk door (ijzeren) paaltjes.In latere tijd zijn veel kerkhoven aan één zijde uitgebreid: de oorspronkelijke omheining is aan die zijde verdwenen. Voor het overige zijn in Groningen veel kerkhoven intact gebleven, ook als de kerk inmiddels is afgebroken. Behalve de historische en monumentale waarden worden de laatste jaren ook de landschappelijke en biologische waarden van kerkhoven en begraafplaatsen onderkend.
Zie ook begraafplaats, grafcultuur, grafkelders.
Lit.: P.N. Noomen, De middeleeuwse namen op -hove en -hafe in Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland, Fryske Nammen 8 (1989) 23-52; Langs oude monumentale kerkhofjes (Winsum 1990).