(Groningen 1626 - Groningen 1690)
Logicus en wiskundige. Hij had een leerstoel wijsbegeerte te Herborn 1652 en Groningen 1667. Wegens gebrek aan studenten in de wiskunde werd hij in 1669 daarvan ontheven om ethiek te geven. Bertling was een anti-cartesiaan; hij sloot zich aan bij het aristotelisme van Burgersdijk. Hij was geïnteresseerd in de waarheid en de waarschijnlijkheid van natuurkundige modellen. Hij was de laatste aristotelicus van Groningen; na hem werd de cartesiaan J. Gousset benoemd.
Lit.: H. van Ruler, 'Het anti-cartesianisme van Johannes Bertling' in: H.A. Krop e.a. (red.), Beoefening van de filosofie in Groningen van 1614 tot 1996 (Hilversum 1997) 97-106.
